sab
adviseurs in
ruimtelijke
ontwikkeling

SAB

adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling

  • Home
  • Bureau
    • Profiel
    • Team
      • Edwin Harleman
      • Arnold Meijer
      • Lotte van Veldhuizen
      • Jitske van Dijk
      • Vera Hetem
      • Chris Rodoe
      • Karel Raats
      • Bente Kramer
      • Lara de Graaf
      • Frank Maas
      • Corinne Schutte
      • Tim Zomerdijk
      • Wout Velthof
      • Danny Jonkman
      • Joost Huibers
      • Sophie de Wringer
      • Andor Keur
      • Aimeric Billet
      • Madelon Jansen
      • Simon Nanning
      • Rens Menting
      • Carola de Ries
      • Alma Sletering
      • Joris Jilesen
      • Iris Baijens
      • Kees Konings
      • Erik Zwartkruis
      • Indira Žuljević
      • Demi van Hooff
      • Chantal Jacobs
      • Eline Weterings
      • Ruud van Noord
      • Anne Mensinga
      • Laura Strackx
      • Indira Žuljević
      • Danny Jonkman
      • Anne Mensinga
      • Marija Satibaldijva
      • Demi van Hooff
      • Kees Konings
      • Wim Lavooij
      • Ronald Reitsma
    • Vacatures
      • Vacature senior planoloog
      • Vacature adviseur energietransitie en klimaatadaptatie
  • Diensten
    • Planologie
    • Ontwerp
    • Juridisch advies
    • Klimaatadaptatie en energietransitie
    • Onderzoek
    • Proces- en projectmanagement
  • Projecten
    • Alle projecten
    •  
    • Bedrijvigheid
    • Bestemmingsplan
    • Duurzaamheid
    • Infrastructuur
    • Landelijk gebied
    • Landschap
    • Maatschappelijk
    • Omgevingswet
    • Openbare ruimte
    • Recreatie
    • Stedenbouw
    • Transformatie
    • Water
    • Zorg
  • Nieuws
    • Nieuwsberichten
      • BREEAM-NL certificering zorgplein Sanoforum
      • Waterboulevard Maaspark Well
      • Kennismiddag Omgevingswet
      • De Ladder in de steigers
      • De Steenen Poort, Houten
      • Stadsdiagonaal Zutphen krijgt vorm
      • Zo mooi wordt het Prinses Maxima Centrum!
      • Opening Stadsdiagonaal in Zutphen
      • Dorpskwaliteitsplan West Maas en Waal
      • Kennismiddag Wet natuurbescherming
      • Omgevingsplan landelijk gebied Zutphen
      • SAB werkt mee aan ‘Leuk om te leren’
      • Artikel over Stadsdiagonaal
      • Demografische Effectrapportage
      • SAB ontwerpt bijzonder stadsbalkon Zutphen
      • SAB wint aanbesteding Saronix en Lookwartier
      • Actualiseringsplicht wordt afgeschaft
      • Onderzoeksseizoen flora en fauna gestart
      • Co-creatie van ontwerp dorpsplein Noordwijkerhout
      • SAB maakt schetsontwerp IEKC Lichtenvoorde
      • Nieuwe verplichtingen herziening m.e.r.-richtlijn
      • Kennismiddagen Omgevingswet
      • SAB levert winnend ontwerp Slotgraven
      • Ontwerp Springersplein in Gouda klaar voor uitvoering
      • Raad Rhenen stelt parkeerplan vast
      • Prinses Máxima Centrum opgeleverd
      • Stadsbalkon in Zutphen krijgt vorm
      • Bestemmingsplannen Groote Haar onherroepelijk
      • Maak kennis met: Arnold Meijer, stedenbouwkundige van nature
      • Bouw Dorrestijnplantsoen in Heelsum kan beginnen
      • Vooraf m.e.r.-besluit nodig bij veel ruimtelijke plannen
      • Impuls voor herontwikkeling recreatiecentrum Brummen
      • Woningbouwontwikkeling Lopik Oost
      • Bureauexcursie Valencia
      • Gelderse inpassingsplannen Natura 2000-gebieden vastgesteld
      • Ervaringen met de aanmeldingsnotitie m.e.r.
      • Gemeentelijke bijdrage aan energietransitie
      • Eerste ideeën voor een nieuw activiteitenplein in Lichtenvoorde
      • Maak kennis met: Chris Rodoe, milieuplanoloog
      • Recreatief Knooppunt ’t Waal
      • Een PAS op de plaats?
      • Centrumvisie Hoevelaken: samen aan zet!
      • Regio van de Toekomst: Arnhem – Nijmegen – Foodvalley
      • Oorlogsmonument Achterveld onthuld
      • Spelregelkaart en inspiratieboek voor woongebied De Pas in Elst
      • Goed toeven in de Tichelbeekse Waard bij Zutphen
      • Dorpsplein Noordwijkerhout genomineerd voor de Rijnlandse Architectuur Prijs 2019
      • De stikstofproblematiek
      • SAB project Tichelbeeksewaard in Blauwe Kamer
      • Trots op onze plannen voor Dijkkwartier Oost in Nijmegen
      • Starterswoningen in een voormalige school in Vroomshoop
      • Ontwikkelkaders voor drie prachtige locaties in Arnhem
      • Word jij onze nieuwe collega?
      • Natuurvisie buitengebied Geldrop-Mierlo
      • SAB werkt vanuit huis
      • Stikstof-update: het SSRS
      • Online participatiemogelijkheden
      • Omgevingswet uitgesteld; wat nu?
      • Centrumvisie Teylingen
      • Veldonderzoeken van start
      • Nieuw perspectief voor Rijn IJssel-locatie in Wageningen
      • Beeldverhaal Johannes Aupingkwartier
      • Wereldmilieudag
      • Advies Meten en Berekenen Stikstof
      • Reactie van minister op eindadvies
      • Vacature ervaren milieuplanoloog
      • Vacature Adviseur industrielawaai
      • Omgevingsvisie in de praktijk
      • Adviseur duurzaamheid en klimaatadaptatie
      • Omgevingswet en planschade
      • Operatie heikikker
      • Afwijken van het plan? Zo gaat dat straks
      • Gemeentelijke energietransitie in de praktijk
      • Aankondiging: nieuwe release Aerius
      • Stedenbouwkundig plan Doonheide II in Gemert
      • Mediterraanse nachtgeluiden in Nederland
      • Vacature stedenbouwkundige
      • Stikstofdepositie en de wet, een ongemakkelijk gevoel
      • SAB geeft gastles bij LeukOmteLeren
      • Klimaatdreiging? Deze kansen zien wij
      • Quick scan klimaatadaptatie
      • Energietransitie in 6 stappen
      • Leve de biodiversiteit!
      • Duurzaamheid in de Omgevingswet
      • Bestemmingsplan Energielandgoed Wells Meer
      • Amfibie excursie
      • Vacature ondernemende directeur / senior adviseur
      • Einde stikstofproblemen bouw in zicht?
      • Nieuw perspectief voor schoollocaties in Arnhem
      • Tweehonderd nieuwe woningen voor Winterswijk
      • Omgevingsplan Landelijk Gebied Zutphen ligt ter inzage
      • Gierzwaluwen: hoe kunnen we van ze blijven genieten?
      • Maak kennis met onze Toolbox natuurinclusief
      • Waterberging op een bestaand bedrijventerrein
      • Gemeenteraad van Brummen enthousiast over start omgevingsvisie
      • Vacature adviseur energietransitie en klimaatadaptatie
      • Wij verwelkomen Joris
      • Wageningen herstelt stadsgracht in ere
      • Alma Sletering 12,5 jaar in dienst bij SAB
      • Structuurvisie voor het Horapark in Ede
      • Wij verwelkomen Erik, Simon en Willem
      • Jumbo supermarkt Goor is mooiste van Nederland
      • College positief over herstructureringsplan Industriepark
      • Start uitbreiding Lopikerkapel
      • Eindelijk alles onder één dak
      • Maak kennis met… Edwin Harleman
      • Missie: natuurinclusief
      • De toekomst van de Ladder
      • Klaar voor de start?
      • Nieuw jaar, nieuwe Aerius… dus nieuwe stikstofberekening?
      • Wij verwelkomen Camiel
      • Subsidie voor plannen Stadshaven Nijkerk
      • Interview in VG Visie Wintergasten
      • ‘Smilde Bruist!’ Een visie van en voor de Smildegers
      • Interview: De Rikker komt weer tot leven
      • Start met ontwerp woonwijk Varsseveld West
      • Doonheide-Noord II: een fijne, groene woonwijk
      • Hoe complexer, hoe beter
      • Vacature medior milieuplanoloog met planningsskills
    • Blog
      • Omgevingswet door Eerste Kamer: we zijn er bijna?
      • Omgevingswet uitgelicht: uitnodigingsplanologie
      • Bereikt Provincie Noord-Holland wat ze wil?
      • Wnb: groter draagvlak voor natuurbescherming?
      • Bestaand bebouwd gebied en de Ladder
      • Wat is gedegen locatie-onderzoek?
      • Participatie en de Omgevingswet
  • Contact
  •  
  • Aanvraagformulier offerte

Inwoners praten mee over Elsendorp Noord 2.0

Gemeente Gemert-Bakel groeit richting 35.000 inwoners, en de druk op de woningmarkt is groot. Ook in Elsendorp. Om hierin te voorzien heeft de gemeente grond aangekocht voor de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk: Elsendorp Noord ...

Constructieve omgevingsdialoog over de Ringersstraat in Mill

Vorige week vond in Cultureel Centrum Myllesweerd de omgevingsdialoog plaats over de herontwikkeling van 22 eengezinswoningen aan de Ringersstraat in Mill. Een belangrijk moment om met bewoners, omwonenden en andere belanghebbenden in gesprek te gaan ...

Fietstocht Amsterdam versterkt teamgevoel

De collega’s uit Amsterdam hebben zich van hun sportieve kant laten zien! Maar liefst 27,92 km werd er afgetrapt tijdens de fietstocht door de stad afgelopen donderdag. Waar we dat allemaal voor deden? Niet alleen ...
previous
next

Vacatures

Groei mee met SAB

Bekijk onze actuele vacatures.

  • Projecten

Gebiedsgericht omgevingsprogramma Deelse Kampen in Gemert

13 december 2024

Gebiedsgericht omgevingsprogramma Deelse Kampen in Gemert vastgesteld én gepubliceerd op het DSO

In samenwerking met de gemeente Gemert-Bakel en GIS-kit is het onlangs vastgestelde omgevingsprogramma gepubliceerd op het DSO.

Het omgevingsprogramma Deelse Kampen laat de gewenste ontwikkelingsrichting van het nu nog agrarische gebied van circa 27 hectare aan de noordwestzijde van Gemert zien. Doelstelling van de ruimtelijke visie is om een aantrekkelijke, duurzame woonomgeving met 600-800 woningen te realiseren.

Lees meer over dit project op onze projectpagina Deelse Kampen in Gemert.

Het omgevingsprogramma is via de volgende link te bekijken op Regels op de kaart: Omgevingsprogramma Woningbouwontwikkeling Deelse Kampen, Gemert

visiekaart

 

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Voedselbos mét plek voor ‘Anders Wonen’

8 mei 2024

De Raad van State heeft eerder dit jaar alle beroepsgronden van het bestemmingsplan voor het bijzondere woonproject ‘Anders Wonen’ met voedselbos aan de Lingeweg in Tiel ongegrond verklaard. Een bijzonder project voor een kwetsbare doelgroep binnen onze samenleving: mensen met een bepaalde GGZ-problematiek, die met de juiste begeleiding kans maken om na een tijdje weer zelfstandig te kunnen wonen. Dit project riep zorgen en daarmee bezwaren op bij omwonenden. Die zijn door de Raad van State ongegrond verklaard. De plannen zijn zorgvuldig en in goed overleg met betrokken partijen opgesteld. Daarbij zijn ook voorwaarden gesteld aan de invulling van ‘Anders Wonen’. Mensen met een veroordeling voor een zedenmisdrijf of een geweldsdelict komen bijvoorbeeld niet in aanmerking voor dit project.

Een van onze planologen maakte niet alleen het bestemmingsplan: ‘Vanuit de prettige samenwerking met de Gemeente Tiel en KleurrijkWonen heb ik met landschapsarchitect én collega Vera Hetem de verdere landschappelijke inpassing van de ontwikkeling vormgegeven. Hierin zijn ook ideeën vanuit de buurt verwerkt. Uiteindelijk heeft de combinatie met een voedselbos het project zelfs het predicaat “Groen Icoon” van de provincie Gelderland opgeleverd. Mooi dat volgend jaar de nieuwe woonplek in gebruik genomen kan worden, ondanks alle gevoeligheden rond het project.’

 

#inclusiviteit #participatie #landschapsarchitectuur #GroenIcoon

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Wayfinding: de weg wijst zich vanzelf

1 april 2024

Rond de Waalhaven aan de westkant van Nijmegen begint zich een hoogstedelijke skyline af te tekenen. Hier ontpopt een voormalig industrieterrein zich tot levendig woongebied, op loopafstand van de binnenstad. Dankzij een weldoordacht stedenbouwkundig plan en bijpassend architectonisch ontwerp leidt de nieuwe ontsluitingsweg langs de markante woontoren ‘Thuishavens 100’ je als vanzelf van en naar de Nijmeegse binnenstad.

Zodra je de Waalstad via de noordkant nadert, vangt de zeventig meter hoge woontoren je blik als onderdeel van Havenkade, een 324 appartementen tellend woonensemble. Het is een mooie mix geworden van duurzame huur- en koopwoningen, waarvan ruim veertig procent in de betaalbare sector valt. In het voorjaar van 2023 ontvingen de eerste bewoners de sleutel. De tweeëntwintig verdiepingen tellende woontoren is een niet te missen oriëntatiepunt als je de stad in- of uitrijdt. Daarbij voelt het gewijzigde verloop van de ‘Laan van Oost-Indië’ als ontsluitingsweg heel logisch aan.

Dronebeelden: Paul Beckers

Waalfront in Nijmegen-West bestaat straks uit verschillende deelgebieden: de al gerealiseerde en opgeleverde Handelskade, Havenkade (Dijkkwartier) en Iris (Waalkwartier), Park Fort Krayenhoff en Koningsdaal. Elk project krijgt een eigen uitstraling. Gemene deler is de verbinding met het water en de binnenstad. ‘Wij werden uitgenodigd door Ontwikkelingsbedrijf Waalfront (= gemeente Nijmegen + BPD bouwfonds gebiedsontwikkeling, red.) om een stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitsplan, bestemmingsplan en bijhorende haalbaarheidsonderzoeken te verzorgen voor Dijkkwartier, de derde fase van het plan. Doordat in het woongebied wonen, werken en recreëren samenkomen – wat voorheen veel minder het geval was – zou ook het verkeer in het gebied aanzienlijk toenemen. De ontsluitingsroute moest die toename op een logische en verantwoorde wijze kunnen verwerken’, blikt stedenbouwkundig ontwerper Lotte van Veldhuizen terug.

De nieuwe ligging van de Laan van Oost-Indië is na een uitgebreide studie tot stand gekomen. Binnen deze studie zijn diverse varianten van de Laan van Oost-Indië opgesteld en beoordeeld ten aanzien van programma, verkeer, stedenbouw, geluid en luchtkwaliteit. De Laan van Oost-Indië volgt via de westzijde van de woontoren een schuin tracé en gaat over in de Weurtseweg (rode pijl)

De nieuwe ligging van de Laan van Oost-Indië heeft een schuin tracé dat de weggebruiker op een natuurlijke manier langs woontoren Thuishavens 100 voert, zowel stadinwaarts als de stad uit.

Uiteindelijk is gekozen voor een schuin tracé waarmee deze langs de westzijde van de woontoren overgaat in het laatste stukje van de Weurtseweg richting binnenstad.

‘Wayfinding’
Vanuit verkeerskundig oogpunt heeft dit schuine verloop van de weg een snelheidsremmend effect, waarbij de verkeersdoorstroming toch op peil blijft. Tegelijkertijd leidt de markante vorm én plaatsing van de woontoren weggebruikers als vanzelf het gebied in en uit, legt Lotte uit. ‘Bij mijn stedenbouwkundige ontwerpen vind ik het belangrijk dat (weg)gebruikers zich goed kunnen oriënteren en hun weg kunnen vinden (in de stedenbouw ook wel “wayfinding” genoemd, red.). Vanuit de stad voelt het logisch om de weg naar de Laan van Oost-Indië te volgen in plaats van rechtdoor de Weurtseweg in te rijden, wat tot nu toe de uitvalsroute de stad uit is. Het “profiel” van de weg (de opbouw in de breedte, met rijstroken, stoep etc., red.)  én de stedenbouwkundige opzet van het gebied – met hoogteaccenten, vernauwingen en “wandwerking” op strategische plekken – zorgen ervoor dat je als weggebruiker vanzelf geneigd bent om het schuine tracé te volgen. De toren staat op een strategisch punt, waar je zicht hebt op de Waalhaven en waar het tracé van de Laan van Oost-Indië afbuigt richting de stad.’

Wonen, werken, léven
‘Waar wij ons ook echt hard voor gemaakt hebben, is een levendige plint (onderste deel van een gebouw, red.) van het woonensemble’, gaat Lotte verder. Entrees naar woningen en transparante, toegankelijke fietsenbergingen dragen bij aan de sociale veiligheid en geven het straatbeeld een opener karakter. ‘Die onderste bouwlaag op ooghoogte is heel bepalend voor de levendigheid van een woongebied.’ De uitnodigende, open plint sluit aan bij de Handelskade aan de oostkant van de Waalhaven met haar terrasjes en winkeltjes. Ook het oude stadscentrum van Nijmegen, het multifunctionele centrum in de voormalige Honig-fabriek én het centraal station zijn allemaal op loopafstand te vinden.

In de entreehal van de woontoren Thuishaven ook een bijzondere ijszaak gevestigd; DROOM!, waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ambachtelijk ijs en goede koffie serveren. Havenkade is een prettige leefomgeving geworden waar wonen, werken en recreëren samenkomen.

Meer lezen? Via deze link is het complete bestemmingsplan te vinden.

De voormalige industriehaven aan de noordkant van het woonensemble geeft Waalfront extra charme (foto: SAB)

 

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Succesfactoren van morgen

28 februari 2024

Of je je nu als projectontwikkelaar, overheid of woningbouwvereniging bezighoudt met een ruimtelijke ontwikkeling, je plan moet zijn plek krijgen in een steeds complexere context. ‘Dan is het slim om al aan het begin quickscans en risicoanalyses te laten maken om alle relevante factoren in beeld te krijgen’, adviseert Edwin Harleman, jurist/partner bij SAB. ‘Tegelijkertijd hanteren nieuwe generaties een veranderende set normen en waarden, waardoor complicerende factoren van vandaag de succesfactoren van morgen kunnen zijn’, ziet senior stedenbouwkundige/partner Arnold Meijer. Een gesprek met de directie van SAB over het complexe, maar altijd boeiende samenspel tussen uiteenlopende waarden en belangen in ons vakgebied.

De wereld van ruimtelijke ontwikkeling beleeft turbulente tijden. De enorme woningbouwopgave pakken we aan tegen een achtergrond van onder andere de energietransitie, klimaatverandering en andere niet te veronachtzamen effecten van menselijk handelen op onze leefomgeving. ‘Tegelijkertijd is de tendens om zo veel mogelijk factoren van de aanwezige bebouwde en natuurlijke omgeving mee te beschouwen in je planvorming’, constateert Arnold. En die factoren dienen te worden gewogen met het oog op ‘brede welvaart’, volgens het CBS ‘de kwaliteit van leven hier en nu, en de mate waarin deze ten koste gaat van de brede welvaart van latere generaties of van die van mensen elders in de wereld.’ Kathedraaldenken* – kort gezegd bedenken hoe wij goede voorouders kunnen zijn voor generaties na ons – in het kwadraat.

Lange adem
Ondertussen is de Omgevingswet na jarenlange voorbereidingen ingegaan. Daarmee zouden overheden een minder sturende rol krijgen en meer flexibiliteit bieden aan ruimtelijke ontwikkelingen. Nóg meer van een toelatingsplanologie naar een uitnodigingsplanologie, een beweging die al jaren gaande is. Edwin is kritisch wat de timing betreft. ‘Juist nu is er behoefte aan meer regie vanuit de overheden’, vindt hij. ‘Die zal uiteindelijk ook wel worden genomen, maar op dit moment zijn veel gemeenten vooral hard bezig om hun bestemmingsplannen om te zetten naar omgevingsplannen. Bij een nieuw initiatief is er de keuze tussen een BOPA (buitenplanse omgevingsplanactiviteit) of een omgevingsplanwijziging. We merken dat gemeenten met name voor een BOPA kiezen en terughoudend zijn met omgevingsplanwijzigingen, omdat ze nog lang niet alles op orde hebben. Het is echt iets van de lange adem. Voordat we als samenleving de vruchten plukken van de Omgevingswet, zijn we vermoedelijk jaren verder.’

Integrale blik ontzorgt
Toch biedt de Omgevingswet al wel de flexibiliteit om bepaalde onderzoeksverplichtingen uit te stellen tot een later stadium in een project. Arnold betwijfelt echter of ontwikkelende partijen daar veel gebruik van zullen maken. ‘En vooral ook of het verstandig is. Zoals ik al eerder zei, is er een trend – zo niet al een nieuwe cultuur – ontstaan waarbij we veel dingen integraal willen beschouwen. Je bent als ontwikkelende partij verplicht om te laten zien dát je alle relevante aspecten integraal hebt bekeken. Als je zegt: “Ik doe de ene helft van de onderzoeken wel en de andere helft stel ik nog even uit”, dan kunnen die natuurlijk een niet-voorziene impact hebben op je project in een later stadium.’

Dankzij de combinatie van ons brede team én goede samenwerkingen met andere kennispartners kan SAB eigenlijk alle benodigde onderzoeken laten uitvoeren. Edwin: ‘Ook het verzorgen van integere participatietrajecten zit in ons dna gebakken. Zo ontzorgen wij onze opdrachtgevers van a tot z. Daarin zouden wij best nog een stap extra willen bieden: onze opdrachtgevers nóg completer ontzorgen door ook het hele proces te begeleiden, van participatie tot planning en verslaglegging van alle overleggen.’

Risicobeperking
De kunst is volgens Arnold om met quickscans en risicoanalyses voldoende inzicht te krijgen in alle relevante factoren om een project goed te starten. ‘Tien jaar geleden noemden we dat “licht en gericht”. Maar waar dit vroeger écht vrij “licht” was – met name commerciële partijen konden nog wel eens marchanderen met zachtere waarden zoals natuurinclusiviteit – ligt dat nu anders. Tegenwoordig is het belang van zaken als ecologische onderzoeken, bodemonderzoek en waterhuishouding volledig onderkend. En daar biedt de Omgevingswet mogelijkheden: als het even tegenzit met een onderzoek, dan loop je niet zo snel vast. Dan kun je door met je project en het onderzoek later afronden. Maar de bewijslast die je moet leveren, blijft uiteindelijk hetzelfde.’

Dromen en spelregels
Risicobeperking is echter niet het belangrijkste argument voor een integrale blik aan de voorkant van een project, weten Edwin en Arnold uit ervaring. Edwin: ‘Onze plannen en adviezen worden echt beter als we meteen onze ecologen en milieuplanologen mee laten kijken met onze planologen en ontwerpers. De praktijk wijst uit dat je dan vaak tot snellere, betere en daardoor soms goedkopere oplossingen komt voor bijvoorbeeld mitigerende of compenserende maatregelen. Maar ook als onze ecologen, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen elkaar inspireren en aanvullen, leidt dat logischerwijs tot mooiere integrale ontwerpen.’

En daar komt het belang van een goed startgesprek met je opdrachtgever over doelen en ambities om de hoek kijken. Arnold: ‘Je hebt per opdrachtgever te maken met specifieke doelen en ambities. Natuurlijk kunnen wij onze persoonlijke voorkeuren hebben voor bepaalde keuzes, maar als adviseurs moeten wij verschillende opties objectief onderzoeken.’ Hij pauzeert even voordat hij vervolgt, zijn enthousiasme duidelijk doorklinkend in zijn spreektempo en intonatie: ‘Dat neemt niet weg dat je altijd mooie voorbeelden in je tas moet hebben zitten en vergezichten moet kunnen schetsen om te inspireren! Natuurlijk bepalen wetten en regels wat de ondergrens is op bijvoorbeeld het gebied van natuurinclusiviteit, maar the sky is the limit als onze opdrachtgever daar specifiek veel aandacht aan wil besteden.’

‘Daarbij brengen nieuwe generaties ook een andere set normen en waarden met zich mee. Dat geldt voor zowel de initiatiefnemers als voor andere belanghebbenden en natuurlijk binnen ons eigen team. Daarmee krijgen zaken die eerst nog als complicerende kostenpost werden beschouwd, nu marktwaarde. Natuurinclusiviteit en klimaatadaptatie als onderdeel van je plan zijn eigenlijk al het nieuwe normaal. Inmiddels worden ook bodem en water steeds bepalender thema’s. Weet je die dingen goed te integreren in je ontwerp, dan zijn dat steeds vaker succes- en opbrengstfactoren voor je plan.’

In die zin vindt Arnold het waardevol dat het team van SAB een mooie mix is van idealistische en wat nuchterder collega’s. ‘Door ook intern het gesprek met elkaar te voeren over ons speelveld én onze rol als adviseurs, komen wij tot optimale plannen. En uiteindelijk bepalen wij graag samen met onze opdrachtgever de hoofddoelen van een project. Doe je bijvoorbeeld wat extra’s voor een vleermuizenkolonie in je plangebied, dan moet je soms op andere gebieden wat inleveren. Het blijft altijd een afweging tussen verschillende doelen en ambities. En dat gesprek aan de voorkant van je plan voeren, helpt je later scherpere keuzes te maken om tot een optimaal plan te komen. Doelen van een project zijn zelden absoluut, we gaan steeds voor het hoogst haalbare.’

Vernieuwingsdrang
Momenteel werken Edwin en Arnold met het SAB-team aan een vertaling van doelen en ambities voor SAB naar markttoepassingen. ‘Ik denk na over aansprekende manieren om ambitieniveaus voor ruimtelijke ontwikkelingen op een aantal thema’s meet- en zichtbaar te maken’, schetst Arnold.

Edwin knikt. ‘Ook bundelen wij momenteel de kennis en ervaring uit onze verschillende vakgroepen in een Klimaat-werkgroep, om hiervoor markttoepassingen te ontwikkelen. We bekijken waar wij onze kennis kunnen verdiepen, of verbreden door samenwerkingen aan te gaan. Dit zorg voor veel positieve energie en vernieuwingsdrang in ons team.’

 

Verbinding zoeken
Onder de Omgevingswet geldt participatie als een van de aanvraagvereisten bij vergunningen. Edwin: ‘In ons vakgebied zijn participatietrajecten al decennia een vast onderdeel. En als je dat goed aanpakt, kom je tot een gedragen plan dat bij voorkeur niet nog langs de Raad van State hoeft. Onze collega’s zijn heel bedreven in het verzorgen van integere, gedegen participatietrajecten.’

Arnold: ‘Toch zouden we ook daar nog wel een slag willen maken, bijvoorbeeld door mensen belevings-gerichter mee te nemen in zo’n traject. Of je dat nu doet met virtual reality-brillen of door bewoners mee te nemen op een zogenaamde “wijksafari” is niet zo belangrijk: waar het om gaat is dat we nóg effectiever de verbinding zoeken met onze opdrachtgevers, omwonenden én toekomstige bewoners als essentieel ingrediënt voor een geslaagd plan.’

Randstedelijk én regionaal aanwezig
Het afgelopen jaar hebben Edwin en Arnold hun brede team weten te versterken met nieuwe collega’s in zowel de Arnhemse als de Amsterdamse vestiging. Arnold: ‘We hebben nu een robuust team staan van ervaren tot fris opgeleide stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, planologen, ecologen en milieuplanologen. Een verademing om per project te kunnen bekijken met elkaar wiens expertise het beste past of met wie je ergens over wilt sparren.’

Dat SAB ook in Amsterdam een breed team heeft dat projecten van a tot z kan uitvoeren, is in de Randstad nog niet voldoende bekend, merkt Edwin. ‘We doen er al veel milieuonderzoeken voor grote ontwikkelaars. Natuurlijk kunnen wij ook daar een project integraal oppakken, van visie en participatie tot realisatie. Mede daarom is het goed dat we nu ook in Amsterdam steviger aanwezig zijn. Ons hele team is landelijk inzetbaar, maar met een compleet team in de Randstad bouwen we ook daar meer lokale kennis op. Daarmee komen we nog beter tot breed gedragen plannen.’

Bron

*Centraal Bureau voor de Statistiek. (2023, 11 oktober). Dossier Brede welvaart en de Sustainable Development Goals. Centraal Bureau Voor de Statistiek. https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-brede-welvaart-en-de-sustainable-development-goals#:~:text=Wat%20is%20brede%20welvaart%3F,een%20goede%20kwaliteit%20van%20leven.

 #Omgevingswet #natuurinclusief #klimaatadaptie

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Omgevingswet – keuzehulp bij ruimtelijke ontwikkelingen

2 januari 2024

De Omgevingswet is van kracht sinds 1 januari 2024. Een (ontwerp)bestemmingsplan dat uiterlijk op 31 december 2023 ter inzage lag, wordt nog onder de ‘oude’ wetgeving behandeld.

Een andere veelgebruikte ruimtelijke procedure was de afwijking van het bestemmingsplan door middel van de uitgebreide omgevingsvergunningsprocedure. De aanvraag voor deze omgevingsvergunning moest gepaard gaan met een ruimtelijke onderbouwing. Deze procedure was nog te gebruiken onder de vorige wetgeving als de aanvraag was ingediend vóór 1 januari 2024. Per 1 januari 2024 is de Buitenplanse OmgevingsplanActiviteit (BOPA) hiervoor in de plaats gekomen.

Hieronder geven wij meer uitleg bij de proceduremogelijkheden onder de Omgevingswet. Wij hebben deze informatie samengevat in een SAB Keuzehulp (zie onderaan dit artikel).

Welke proceduremogelijkheden zijn er onder de Omgevingswet?

Grofweg zijn er twee sporen:

  1. een BOPA (Buitenplanse OmgevingsPlanActiviteit)
  2. een wijziging van het omgevingsplan

Welk spoor het beste past hangt voor een groot deel af van hoe goed een gemeente al was voorbereid op de Omgevingswet. Is er een basis-omgevingsplan? Beschikt de gemeente over genoeg menskracht voor de benodigde digitalisering?

BOPA

In het algemeen merken wij dat gemeenten kiezen voor een BOPA. Deze procedure is erg vergelijkbaar met de voormalige afwijking met ruimtelijke onderbouwing (ROB). Ook als gemeenten nog niet klaar zijn voor het werken met omgevingsplannen kunnen we de BOPA gebruiken.

Een BOPA kan niet altijd!

Een BOPA kan niet als:

  • het (bouw)plan onvoldoende concreet en afgebakend is;
  • er geen sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (voorheen: goede ruimtelijke ordening);
  • men ook wil afwijken van de bruidsschatregels* die niet zijn gesteld met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Voorbeeld: Een BOPA kan wel als wordt afgeweken van een geluidnorm, een BOPA kan niet als men wil afwijken van de verplichting om een akoestisch onderzoek te doen;
  • er ook moet worden afgeweken van de verordeningen die (nog) geen onderdeel uitmaken van het geldende omgevingsplan;
  • niet kan worden voldaan aan de instructieregels van provincie en Rijk en er voor de ontwikkeling ook wijzigingen nodig zijn in het geldende omgevingsplan zelf (zoals binnen het besluitgebied een functie ‘wegbestemmen’ of buiten het besluitgebied een beperking toevoegen).

*Bruidsschat: een grote verzameling regels die nu zijn opgenomen in landelijke wetgeving, bijvoorbeeld regels voor vergunningsvrij bouwen en milieuregels uit het Activiteitenbesluit. Op termijn komen die regels te vervallen en mogen gemeenten die onderwerpen zelf regelen in hun omgevingsplan.

Ook een BOPA kan gefaseerd worden uitgevoerd:

  • fase 1: planologische toestemming
  • fase 2: bouwtoestemming

Voor de voormalige afwijking met ROB geldt de uitgebreide procedure (met zienswijzenprocedure vooraf). Voor een BOPA geldt in principe de reguliere procedure (8 weken, met de mogelijkheid om eenmalig te verlengen met zes weken). Vaak kan of moet je toch de uitgebreide procedure doorlopen:

  • op verzoek of met instemming van de aanvrager
  • als het gaat om een activiteit met aanzienlijke gevolgen voor de fysieke leefomgeving EN er worden veel bezwaren van belanghebbenden verwacht

De gemeenteraad kan activiteiten aanwijzen waarbij een adviesaanvraag aan de raad verplicht is. Het ligt voor de hand dat bij die gevallen de uitgebreide procedure moet worden doorlopen. Ook kan een gemeente beleid hebben vastgesteld rond participatie.

Wijzigingsbesluit Omgevingsplan

Als een BOPA niet kan of de gemeente wil dat niet, dan kan een wijziging van het omgevingsplan worden opgesteld. Een principiële keuze daarbij is STOP/TPOD (Standaard Officiële Publicaties/ToepassingsProfielen OmgevingsDocumenten) of TAM-IMRO (Tijdelijke Alternatieve Maatregelen-Informatiemodel Ruimtelijke Ordening). Dit zijn technische eisen.

  • STOP/TPOD is helemaal volgens het nieuwe recht
  • TAM-IMRO is een tijdelijke mogelijkheid om het nog op de oude manier te blijven doen, via ruimtelijkeplannen.nl ->vooralsnog is TAM-IMRO nog mogelijk tot uiterlijk tot 1 januari 2025 (wellicht langer)

STOP/TPOD (Omgevingsplan helemaal volgens het nieuwe recht) kan in onze optiek alleen als:

  • de gemeente werkende software heeft;
  • er bij de gemeente voldoende kennis aanwezig is om met die software het omgevingsplan te wijzigen;
  • er een basis-omgevingsplan is: een basisstructuur, maar liever ook standaard regelsets die wij kunnen ontvangen.

Als dit niet mogelijk is, kan TAM-IMRO worden gebruikt. Dat loopt dus via de oude, bekende software en publicatiewijze. Er zijn dan weer drie varianten (afhankelijk van hoe ver een gemeente is met de voorbereidingen op de Omgevingswet):

  1. Basisvariant
  2. Crisis- en Herstelwet-variant (Chw)
  3. Omgevingswetconforme variant
  • Ad 1 -> De basisvariant is vormvrij. Dat kan zelfs gewoon een ‘bestemmingsplan oude stijl’ zijn. Het heeft wel de voorkeur om toch zoveel mogelijk aan te sluiten bij de structuur van een omgevingsplan.
  • Ad 2 -> De Chw-variant lijkt al meer op een omgevingsplan. Veel gemeenten zijn aan het oefenen met omgevingsplannen binnen de digitale setting van Chw-plannen.
  • Ad 3 -> De derde variant kan worden gebruikt als de gemeente al wel een basis-omgevingsplan klaar heeft, maar de software(kennis) niet op orde is.

Let op!

Voor alle varianten geldt dat wel moet worden voldaan aan de eisen die gelden voor de evenwichtige toedeling van functies aan locaties, aan hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving en de instructieregels van provincie en Rijk.

Tijdelijk omgevingsplan: voorrangsregels of pons

Sinds 1 januari 2024 hebben alle gemeenten van rechtswege een (tijdelijk) omgevingsplan. Alle geldende bestemmingsplannen worden automatisch omgevingsplan. Ook de geurverordening, grondwater- en hemelwaterafvoerverordening en archeologische regels uit de erfgoedverordening maken van rechtswege deel uit van het omgevingsplan.

Ze worden aangevuld met de ‘bruidsschat’: een grote verzameling regels die nu zijn opgenomen in landelijke wetgeving. Dit zijn bijvoorbeeld de regels voor vergunningsvrij bouwen en milieuregels uit het Activiteitenbesluit. Op termijn komen die regels te vervallen en mogen gemeenten die onderwerpen zelf regelen in hun omgevingsplan.

Gemeenten hebben tot 2032 de tijd om een nieuw permanent omgevingsplan te maken. Tot een gemeente een permanent omgevingsplan heeft, gelden dus de bestemmingsplannen, de genoemde verordeningen en de bruidsschat als tijdelijk omgevingsplan.

Het is de bedoeling dat bij de vaststelling van een wijziging van het omgevingsplan automatisch het ter plaatse geldende stukje omgevingsplan komt te vervallen. Het nieuwe plandeel drukt het oude plandeel eruit. Dat heet ‘de pons’. Helaas werkt dit nu nog niet in de software. Zolang dat het geval is, moeten we in de regels van het nieuwe omgevingsplandeel een ‘voorrangsregeling’ opnemen.  Het nieuwe deel gaat eerst gelden, daarna past het oude deel.

Kruimelgevallen

In de ‘oude’ wet bestond de mogelijkheid om voor een specifiek aantal soorten ontwikkelingen af te wijken van het bestemmingsplan met een reguliere omgevingsvergunningprocedure: de kruimelgevallenregeling. Onder de Omgevingswet moeten deze ontwikkelingen worden gerealiseerd via de BOPA. Omdat de BOPA in eerste instantie ook een reguliere procedure kent, zijn de termijnen op dit punt gelijk.

Wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten

Wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten komen veel voor in bestemmingsplannen. Door toepassing te geven aan deze bevoegdheid/plicht heeft het college van burgemeester en wethouders het mandaat van de raad gekregen om een bestemmingsplan aan te passen. De Omgevingswet kent deze juridische instrumenten niet. Ongebruikte wijzigingsbevoegdheden en uitwerkingsplichten worden automatisch omgezet naar binnenplanse afwijkingsmogelijkheden. Er kunnen dus omgevingsvergunningen worden verleend die passen binnen de regels van een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht.

Ook kan de gemeenteraad het vaststellen van delen van het omgevingsplan delegeren aan B&W. Veel gemeenten hebben al delegatiebesluiten voorbereid.

Keuzehulp

Wij hebben bovenstaande informatie zo toegankelijk mogelijk samengevat in een beslisschema

  • 3x ‘ja’ = BOPA; 1x of vaker ‘nee’ = ‘Wijzigingsbesluit omgevingsplan’
  • Bij wijzigingsbesluit omgevingsplan -> 3 x ja = STOP/TPOD; 1x of vaker ‘nee’ = TAM-IMRO

Keuzehulp downloaden

Oefenen met de (veranderingen door de) omgevingswet kan op de website Aan de slag met de Omgevingswet

Advies? Mail info@sab.nl of bel 026 – 3576911 ons!

 

 

 

 

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Net zo ‘thuis’ als eerst: herstructurering tuindorp

10 maart 2024

Hoewel bij bouwprojecten in de sociale huursector het credo ‘sober en doelmatig’ vaak geldt, is dat in De Kolkakkerbuurt in Ede zeker niet het geval: hier is uit 155 nieuwbouw- en 50 gerenoveerde woningen een samenhangend geheel ontstaan dat de authentieke sfeer ademt van het oorspronkelijke, groene tuindorp van honderd jaar geleden. ‘Dat heeft de woningstichting knap gedaan!’ oordeelt stedenbouwkundige Arnold Meijer. Collega-stedenbouwkundige Frank Maas is het er helemaal mee eens. 

Een grote variatie in woningtypes die samen tóch een samenhangend buurtje vormen, toepassing van originele elementen zoals metselverbanden, kleur- en materiaalgebruik uit de gesloopte en gerenoveerde woningen. Inpassing van de volwassen bomenrij langs onder andere de Brinkweg. Voor- en zijtuinen met ligusterhagen, appartementengebouwen voor senioren beneden en starters boven, die er met hun ‘doorgetrokken kap’ (doorlopend dak aan de zijkant van het gebouw) uitzien als gewone woningen. Het ambitieuze stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitsplan en inrichtingsplan heeft de opdrachtgever Woonstede, de architecten én de bewoners duidelijk geïnspireerd. Dat voel je als je door de wijk loopt, zelfs nu het voegenzand op het trottoir nog onder je zolen knarst. Net als de bezieling van stedenbouwkundigen Arnold Meijer en Frank Maas trouwens, die bij elke straathoek, elke kopgevel, het ‘groentje’ (een pleintje dat over een paar jaar vast als groen te bestempelen valt) als voorportaal naar de woonbuurt, een verhaal hebben.


Van droom tot realiteit

Knap wat woningcorporatie Woonstede hier heeft neergezet, herhaalt Arnold. Frank en hij begonnen ruim zeven jaar geleden aan de herstructurering van dit tuindorp. ‘Alle ambities en afspraken uit ons stedenbouwkundig en beeldkwaliteitsplan zijn gerealiseerd’, constateert Frank. In de aanloop naar hun stedenbouwkundig plan begonnen de bevlogen stedenbouwkundigen destijds met een uitgebreid onderzoek naar het karakter van de buurt, in opdracht van Woonstede. Daarop volgde een nog uitgebreider participatietraject. ‘De bewoners hadden namelijk een brief gekregen dat alles gesloopt zou worden. Dat had natuurlijk een enorme impact op de gemoedstoestand waarmee bewoners naar onze eerste informatiebijeenkomst kwamen. En misschien vormde die brief juist wel de basis voor een intensief, maar zeer waardevol proces waarin wij samen met bewoners vorm hebben gegeven aan de nieuwe Kolkakkerbuurt’ aldus Arnold.

Talmalaan van visualisatie naar realiteitDe Talmalaan zoals ‘gedroomd’ in het stedenbouwkundig plan, en de daadwerkelijke uitvoering.


Het verhaal van een plek

Vanuit hun persoonlijke drive om een leefomgeving te creëren waar de huidige bewoners zich opnieuw thuis zouden voelen, zetten Arnold en Frank zwaar in op het betrekken van de bewoners bij hun plannen. Arnold: ‘Niet alleen omdat zo’n herstructurering een enorme impact heeft op mensenlevens, maar ook omdat ik graag van de mensen die er leven hoor wat het verhaal van de plek is. Welke waarden willen ze behouden, wat maakt hun buurt “hun buurt”?’

Dat oprechte luisteren heeft geresulteerd in een gedragen plan: 73,6 procent van de huidige bewoners stemde ermee in. ‘Het enige wat echt overeind moest blijven, was het bestaande stratenpatroon’, herinnert Frank zich. ‘De grond is niet van de woningstichting, maar van de gemeente. Op deze manier hoefde er ook geen grondruil plaats te vinden. Op de eerste bewonersavond begonnen we dus met posters van het gebied met daarop alleen een paar lijntjes: de bestaande straten die intact moesten blijven.’

Frank Maas citaat over Kolkakkerbuurt


Nieuw jasje

De stedenbouwkundigen wisten hun opdrachtgever ervan te overtuigen om één volledige straat – de Kolkakkerweg – te renoveren in plaats van te slopen. Dat gebeurde op een bijzondere manier door de vijftig originele woningen een ‘nieuw jasje’ aan te trekken: op een isolerende laag werden in strips gezaagde gevelstenen aangebracht, gelijk aan de metselstenen die ook voor de nieuwbouw van de rest van de wijk zijn gebruikt. Zo sluiten de gevels perfect aan bij de nieuwbouw in de rest van het tuindorp. ‘De woningen vanbinnen isoleren bleek te veel ruimteverlies op te leveren. Daarmee bleef de gebruikswaarde niet overeind. Dus moesten we wat anders verzinnen’, legt Frank uit.

 

Aanpassingen aan de huizen op de Kolkakkerweg
Alle 50 woningen aan de Kolkakkerweg kregen een nieuw, isolerend jasje. Eenmaal volgroeid zorgen de nieuw aangeplante ligusterhagen straks voor groene erfafscheidingen die vogels en insecten aantrekken.


Oorspronkelijke compositie

Waarom wilden Frank en Arnold nu juist de Kolkakkerweg overeind houden? Arnold wijst en gebaart enthousiast om zich heen. ‘Deze straat heeft eigenlijk alle woningtypes die ooit in dit tuindorp stonden. Dus als je zo’n straat spaart, dan heb je in één keer alle architectonische verschijningsvormen te pakken. Je ziet dat hier nog in enige mate sprake is van een “ensemble”; de compositie van de oorspronkelijke buurt houd je daarbij overeind. De gerenoveerde Kolkakkerweg begint en eindigt bijvoorbeeld met een naar voren geschoven kop van een huizenblok. Om die lijn terug te laten komen in de nieuwbouw zijn ook daar de “koppen” van de hoekwoningen eruit gedrukt en met elkaar uitgelijnd. Zo komen tegelijkertijd de achtertuinen van de hoekwoningen in de straten die er haaks op staan, niet te veel in beeld.’

overzicht van de woonwijk met voorbeelden
Kolkakkerbuurt zoals Frank en Arnold haar ontwierpen, mede op basis van diverse bewonersbijeenkomsten.

Het geheel van gerenoveerde woningen en nieuwbouw vertoont precies die samenhang die zo karakteristiek is voor een tuindorp. Die samenhang zit ‘m ook in de details die de stedenbouwkundige adviseerden terug te laten komen, laten Frank en Arnold zien. Frank wijst op de originele ‘schildjes’ met verschillende dieren boven de voordeuren aan de Talmalaan en de oorspronkelijke metselverbanden die zijn teruggebracht in alle gevels.

Arnold strijkt met zijn vingertoppen langs de jonge takken van een ligusterhaag. ‘Dat de woningstichting ook tussen de voortuinen ligusterhagen heeft geplant, is best bijzonder. Als ze volgroeid zijn, werkt dit heel goed. Zo onttrekken ze bijvoorbeeld de afvalcontainers die je nu nog zo duidelijk in voortuinen ziet staan, straks aan het zicht. In de achtertuinen creëren de hagen als ze volgroeid zijn privacy én een bepaalde rust in het beeld. Tegelijkertijd kun je over de heg heen een praatje met de buren maken.’ Bijkomend voordeel: ligusterhagen zijn goed voor de biodiversiteit als je ze niet te vaak snoeit om bloemen en bessen te kunnen ontwikkelen.

Ligusterhaag en metsel in de Kolkakkerbuurt in Ede
De oorspronkelijke ‘dierenschildjes’ uit de gesloopte woningen prijken boven de voordeuren in de Talmalaan, de metselverbanden die terug zijn aangebracht en de ligusterhagen die straks de containers aan het zicht onttrekken.


‘Groentje’ als voorportaal

Last but not least: de entree van de wijk, het ‘groentje’ (vaktaal voor parkje of groen pleintje). Frank: ‘De bewoners wilden graag een ontmoetingsplek, wij wilden een soort voorportaal naar de buurt creëren. De Verlengde Maanderweg die erlangs loopt, wordt fietsvriendelijk ingericht. Zo kom je als fietser, voetganger of automobilist echt “aan” in de buurt, via de groene entree van het tuindorp.’

De Verlengde Maanderweg in de Kolkakkerbuurt in Ede

Wat Arnold en Frank er in zijn totaliteit van vinden, als ze door de Kolkakkerbuurt lopen? Arnold: ‘Het doel – er een samenhangende buurt van maken zoals het oorspronkelijke tuindorp – is behaald. Om dat te bereiken binnen de sociale huursector is bijzonder. Als ik in de buurt ben, dan kom hier graag nog eens kijken. Zeker als de nieuwe beplanting een beetje volgroeid is. Dan is het hier heel fraai, denk ik.’ Frank: ‘Ik spreek altijd graag nog eens oorspronkelijke bewoners op straat aan, met wie we het plan samen hebben gemaakt. Waar eerst veel weerstand zat en je hun onzekerheid voelde, heerst er nu vooral trots op de nieuwe buurt. Daar ben ik blij mee.’

 

Arnold Meijer citaat over Kolkakkerbuurt

 

‘Dit is mijn buurt’

Vierenzestig jaar woont Marinus Jacobs al in ‘zijn’ Kolkakkerbuurt. Hij maakte de eerdere renovatie in de jaren zeventig van de vorige eeuw nog mee, die een stuk minder grondig was. Ook bij de herstructurering was hij vanaf het begin betrokken: vanaf de allereerste bewonersavonden tot de feestelijke oplevering.

Hij heeft weliswaar wat kritische kanttekeningen bij de herindeling van zijn ‘nieuwe’ oude woning (‘ik ben van drie naar twee slaapkamers en een berghok gegaan!’), al met al vindt hij dat hij erop vooruitgegaan is. ‘Deze woningen waren ontzaglijk tochtig, de stookkosten waren hoog, dat is nu allemaal veel beter.’ Buurtbewoners die ‘vanbuiten’ naar de Kolkakkerbuurt zijn gekomen, kent hij nog lang niet allemaal. ‘Een hoop van de vroegere bewoners zijn vertrokken, omdat ze al op leeftijd waren en ertegen op zagen om twee keer te moeten verhuizen (naar een tijdelijke woning en naar de gerenoveerde woning, red.).’

De grootste winst ligt voor Marinus misschien wel op het sociale vlak: dankzij de participatieavonden en de verhuizingen leerde hij nieuwe buurtbewoners kennen én de ‘oude’ bewoners leerde hij nog beter kennen.

‘Het rare is: vóór de renovatie waren er mensen die hier al jaren woonden die je met de kont nog niet aankeken als je ze tegenkwam! Na de renovatie en alle bewonersavonden werd het echt een compact groepje dat elkaar hielp met verhuizen en alles. Dat is mooi.’

Dat ‘naar elkaar omkijken’ verspreidt zich van de oudere naar de jongere bewoners, merkt Marinus. ‘Het is een gezellige buurt. Als er wat is, dan komen de ouderen altijd naar elkaar toe. En ook de jongeren vragen steeds vaker of ze iets voor je kunnen doen. Mooi is dat. Ik woon hier goed. Ik zou echt nooit in een flat willen wonen. Dit is mijn buurt.’


Tuindorp

Als tegenwicht voor verpauperde arbeiderswijken in grote steden bouwden woningcorporaties, gemeenten en soms ook ondernemers vanaf de jaren twintig in de vorige eeuw tuindorpen: stadswijken met een dorps karakter of nieuwe buurten in dorpen, waar arbeiders zich vlakbij hun werk konden vestigen in een relatief groene omgeving. Kenmerkend waren de samenhangende bouwstijl van de gezinswoningen met diepe achtertuinen en een voortuin. In de praktijk bleken lang niet alle arbeiders in de buurt van hun werk te willen wonen. Ook trok de hoge kwaliteit van de woningen in de tuindorpen veel middenklasse-groepen aan. Op een paar koopwoningen na die Woonstede van de hand deed bestaat de Kolkakkerbuurt in Ede geheel uit sociale huurwoningen.

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Omgevingsvisie Heumen

4 december 2023

Daar is -ie dan: de plankaart van de definitief vastgestelde Omgevingsvisie voor de veelzijdige gemeente Heumen!

Wij zijn al voor meerdere gemeentes aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een Omgevingsvisie, met het oog op de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Gemeentes moeten vóór 2027 een Omgevingsvisie hebben vastgesteld.

Gemeente Heumen vroeg ons in 2019 om mee te denken over een integrale toekomstvisie voor de leefomgeving: de Omgevingsvisie Heumen. Dit is de opvolger van de gemeentelijke structuurvisie. Belangrijk verschil is de integraliteit van een omgevingsvisie: hierin schetsen gemeentes hun ambities en doelen voor diverse thema’s zoals water, milieu, cultureel erfgoed en gezondheid in relatie tot de leefomgeving.

Het maken van een Omgevingsvisie is een interessant, intensief en omvangrijk proces. Dit zijn we in gesprek met inwoners, andere belanghebbenden en de politiek aangegaan in drie fasen:

1. Verkenning: in de eerste fase hebben we de kwaliteiten en de belangrijkste opgaven voor de toekomst per thema bekeken. Deze zijn benoemd in de Ansichtkaart van Heumen. De Ansichtkaart vormde het vertrekpunt voor de 2e fase; het opstellen van een Koersdocument.

2. Koersdocument Omgevingsvisie: in de tweede fase bepaalden we de inhoudelijke koers voor de Omgevingsvisie. Er is een keuze gemaakt over de richting van toekomstige ontwikkelingen in de gemeente Heumen. De doelstellingen en ambities voor de toekomst zijn vastgelegd in het Koersdocument Omgevingsvisie. De gemeenteraad heeft het Koersdocument eind vorig jaar vastgesteld

3. Omgevingsvisie: het Koersdocument Omgevingsvisie is de afgelopen maanden uitgewerkt tot een volledige Omgevingsvisie.

Inmiddels ligt er een mooie, integrale visie waar de gemeente Heumen trots op kan zijn. In onze nieuwsbrief gaan wij binnenkort verder in op de Omgevingsvisie Heumen, ter illustratie van het hele proces rond de totstandkoming van een Omgevingsvisie. De hele Omgevingsvisie kun je hier via de link bekijken.

 

 

 

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Experiment Omgevingswet: natuurinclusief bouwen concreet gemaakt

6 juni 2023

Nu zie je alleen nog een weiland, straks verrijzen hier zo’n 550 woningen en een aantal maatschappelijke voorzieningen. Het bestemmingsplan voor de wijk Het Opbroek Oost in de Gemeente Rijssen-Holten is recent  vastgesteld door de gemeenteraad. Bijzonder positief, want dit is niet zomaar een plan. Door gebruik te maken van de experimenteerstatus onder de Crisis- en herstelwet kunnen we nu al mogelijkheden benutten uit de Omgevingswet.

Een van onze planologen en tevens de projectleider was volop betrokken bij de totstandkoming van dit plan. ‘In opdracht van de gemeente maakten wij eerder al de structuurvisie voor Het Opbroek Oost. Dat we daarna met het bestemmingsplan aan de slag mochten is dan extra leuk, zo blijf je betrokken bij deze gebiedsontwikkeling. De experimenteerstatus gaf daarbij inhoudelijk ook interessante mogelijkheden voor het bestemmingsplan. Zo gaf het een mooie gelegenheid om concreet invulling te geven aan de ambities op het gebied van natuurinclusiviteit en klimaatadaptatie. We hebben bijvoorbeeld beleidsregels opgesteld voor natuurinclusief bouwen. Elke omgevingsvergunning voor het bouwen moet voldoen aan die beleidsregels.’

Basispakket en keuzebuffet

Wat houden die beleidsregels dan in? Een van onze ecologen, pakt de ‘Handreiking natuurinclusief bouwen’ erbij waaraan hij heeft meegewerkt. ‘Ieder bouwplan in Het Opbroek Oost moet voldoen aan een basispakket met natuurinclusieve maatregelen’, weet hij. ‘Parkeerplaatsen op eigen terrein moet je uitvoeren in waterpasserende bestrating of halfverharding, zodat regenwater zijn weg naar de bodem weet te vinden. Verder krijgt elke woning twee inbouwstenen voor een nestje van de gierzwaluw, een regenton met een inhoud van minimaal 200 liter en gebruiken we inheemse groene hagen als erfafscheiding als deze grenst aan openbaar toegankelijk gebied.’

geschikte dakranden voor broedvogels en natuurlijke hagen als erfafscheiding zijn enkele van de natuurinclusieve maatregelen uit de Handreiking natuurinclusief bouwen van de gemeente Rijssen-Holten

Daarnaast kun je een aantal maatregelen kiezen uit het zogenaamde ‘pluspakket’, waarbij gewerkt wordt met een puntensysteem. Dit is een soort keuzebuffet waaruit je maatregelen moet kiezen ter waarde van tien punten, legt onze ecoloog uit. ‘Je kunt bijvoorbeeld een totaalpakket kiezen om de huismus te verleiden tot het bouwen van een nestje in jouw tuin. Je realiseert dan zowel geschikte nestlocaties als geschikt leef- en foerageergebied. Dat plan is meteen goed voor tien punten. Daarmee voldoe je dus meteen aan de eisen voor het pluspakket van de beleidsregel “natuurinclusief bouwen”. Huismussen zijn nog een vrij algemene soort, maar ze zijn wel beschermd omdat ze de laatste tientallen jaren sterk in aantal achteruit zijn gegaan. Er is namelijk steeds minder geschikt leefgebied in tuinen te vinden.’

Dag weiland, hallo biodiversiteit

Straks moet een frisgroen weiland weliswaar plaatsmaken voor een woonwijk, maar er komt dus een grotere biodiversiteit voor terug, vertelt Henri Wessels die als verantwoordelijke voor Omgevingszaken vanuit de gemeente het project leidt. ‘Vanuit onze ambitie om natuurinclusief en klimaatadaptief te bouwen klopten wij aan bij jullie bureau vanwege jullie brede team met planologen, ecologen, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten. Onze samenwerking gaat al heel wat jaartjes terug. Jullie bieden niet alleen hoge kwaliteit, in mijn ervaring denken jullie ook altijd goed mee over nieuwe mogelijkheden.’

Natuurinclusiviteit en klimaatadaptiviteit heeft SAB ook hoog in het vaandel staan, waar de afweging tussen verschillende belangen van betrokken partijen dit toelaat. ‘Toen ik onze groene en duurzame ambities bij jullie projectleider ter sprake bracht, is hij meteen gaan overleggen met jullie ecologenteam. Dat heeft uiteindelijk geleid tot de “Handreiking natuurinclusief bouwen”. Daarin staat dus heel helder verwoord én verbeeld hoe je die regels kunt omzetten in praktische toepassingen, zoals jullie ecoloog ook al uitlegt.’ Dat het proces tot nu toe zo soepel is verlopen, heeft veel te maken met de kwaliteit van het plan en de praktische toepasbaarheid van de regels, maar ook met de aandacht die er is geweest voor het meenemen van de omwonenden in het proces, is Henri’s inschatting.

Raamwerk van oude zandwegen

Op het gebied van klimaatadaptatie is in Het Opbroek Oost een aantal maatregelen genomen. Henri: ‘De opvang van regenwater bijvoorbeeld in de verplichte watertonnen en het type bestrating dat regenwater kan doorlaten (zoals onze ecoloog hierboven ook uitlegt, red.). Hittestress gaan we tegen door het groen te klusteren – dus groepjes bomen te plaatsen – in plaats van deze door de wijk te spreiden.’ Dit gebeurt door gebruik te maken van het al aanwezige groen én door extra bomen te planten, legt Henri uit. ‘We behouden de oude structuur van de zandwegen waarlangs volwassen bomen staan. Daar planten we nieuwe bomen én wat ruiger groen bij. Dat laatste is goed voor de biodiversiteit, doordat het aantrekkelijk is voor verschillende inheemse insecten. Het raamwerk van die oude zandwegen transformeren we tot langzaamverkeersroutes. Over tien jaar zul je van bovenaf met een drone heel mooi kunnen zien hoe de oude routes gelopen hebben.’

Het raamwerk van oude zandwegen in Het Opbroek Oost blijft intact en transformeert tot een netwerk van langzaamverkeersroutes.
Het raamwerk van oude zandwegen in Het Opbroek Oost blijft intact en transformeert tot een netwerk van langzaamverkeersroutes.

De Overijsselse gemeente Rijssen-Holten krijgt straks een natuurinclusieve, toekomstbestendige woonwijk die mooi is ingepast in de cultuurhistorische landschapsstructuren. En SAB maakt het bestemmingsplan voor een tweede woonwijk op het voormalige industrieterrein de Kol, waar dezelfde natuurinclusieve, klimaatadaptieve beleidsregels gelden. ‘Daar zijn wij best trots op’, besluit Henri.

 #Omgevingswet #natuurinclusief #klimaatadaptie

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Junior milieuplanologen op cursus: zelf ervaren, nóg beter leren adviseren

17 oktober 2023

Ooit wel eens in een ‘dode kamer’ geweest? Hoe klinkt dat als al het geluid maximaal geabsorbeerd wordt? Waarom vallen bezoekers vaak (bijna) flauw, of houden veel mensen het er zonder licht en helemaal alleen nog geen minuut vol?

Om onze junior milieuplanologen nóg beter in staat te stellen zo effectief mogelijk te adviseren, is het goed om hen bepaalde effecten zelf eens te laten ondervinden. Zoals de effecten van akoestische maatregelen. Als onderdeel van een basiscursus ‘Geluid’ brachten onze junior milieuplanologen een bezoek aan de Dode Kamer aan de TU Delft, onder begeleiding van Wim van Keulen, docent Milieugeluid. Ook doken ze een galmkamer in, wat zo ongeveer het tegenovergestelde is van de Dode Kamer. Zo konden onze adviseurs-in-de-dop zelf ervaren wat nu eigenlijk het effect is van geluidsdempende en -versterkende maatregelen

Heftig
Het effect van die maximale geluidsabsorptie bleek best heftig, vond junior milieuplanoloog @karelraats. ‘Je hoort je eigen hart kloppen, je bloed suizen, en je oren ervaren een eigenaardig gevoel van druk. Als je daarnaast ook alleen en zonder licht zit, ben je nog nooit zo alleen geweest met je eigen gedachten.’ Gelukkig viel er niemand flauw.

Echo, echo, echo…
Ook het tegenovergestelde – het effect op je zintuigen van geluidsgolven weerkaatsende – objecten in een ruimte bleek bijzonder. Versta je elkaar nog wel als alles wat je zegt maximaal gereflecteerd wordt? Dat was een uitdaging volgens Joost, Karel, Aimeric en Eline.In de galmkamer van TU Delft worden geluidsgolven maximaal gereflecteerd.

Zoals hierboven genoemd was deze ervaringsmiddag bij de TU Delft onderdeel van een basiscursus ‘Geluid’. Daar leren onze junior milieuplanologen onder andere decibels gevoelsmatig kennen en doen zij belangrijke aanvullende kennis op, zoals de zin en onzin van geluidsmaatregelen en de grondbeginselen van psychofysica (de menselijke beleving van geluid).

#levenlangleren #geluid #milieuplanoloog #dodekamer #galmkamer @TUDelft

 

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

Participatie als sociale specie voor ruimtelijke opgaven

23 mei 2023

Ruimtelijke ontwikkeling vraagt om een samenspel tussen partijen met vaak uiteenlopende belangen.  Steeds vaker wordt participatie daarbij zelfs voorgeschreven via wet- en regelgeving, zoals straks in de Omgevingswet. Maar voor een stedenbouwkundige of planoloog met een béétje beroepseer is die wetgeving niet de belangrijkste drijfveer.

Participatie is in ons vakgebied al decennia een belangrijk instrument om tot een breed gedragen plan te komen. Als straks de Omgevingswet ingaat, zijn overheden ook echt verplicht om bij bepaalde plannen aan te geven wie zij hierbij hebben betrokken, wat de uitkomsten daarvan zijn en hoe zij invulling geven aan hun participatiebeleid.

Woningcorporaties met een sociaalmaatschappelijke opdracht, commerciële projectontwikkelaars, ondernemers die zich willen vestigen op een nieuw industrieterrein, toekomstige bewoners van een woningbouwproject die zich vooral ergens thuis willen voelen, gemeenten, hoeders van historische waarden en diersoorten die bescherming verdienen: hoe kom je samen tot een optimale leefomgeving voor zo veel mogelijk betrokkenen?

Het antwoord op die vraag begint bij oprechte interesse in de mensen voor wie je leefomgevingen creëert, vindt Arnold Meijer, senior stedenbouwkundige en partner bij SAB adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling. ‘Als stedenbouwkundige wil ik mooie en toekomstbestendige plannen maken waarin in de volle breedte aandacht is voor aspecten die wij én de samenleving waar wij deel van uitmaken, belangrijk vinden! Daarom wil ik zo vroeg mogelijk in gesprek gaan met alle betrokkenen.’

Impact op mensenlevens
Zijn plannen kunnen een enorme impact hebben op mensenlevens, realiseert Arnold zich. ‘Neem bijvoorbeeld mensen die door hun sociaaleconomische positie niet echt zelf aan het stuur van hun leven zitten bij een basisrecht als wonen. Daar wil ik als stedenbouwkundige mijn uiterste best voor doen! Als je bent aangewezen op een sociale huurwoning en de woningbouwvereniging kondigt aan dat ze jouw buurt gaan slopen of renoveren; dat betekent nogal wat!’ Hij is even stil, alsof hij de betekenis van zijn woorden nog even goed wil laten landen.

‘In zo’n geval ben ik het liefst al op de hoogte van de inhoud van het sociaal plan dat de woningcorporatie moet hebben bij sloop of renovatie. Daarin worden de rechten van de huurders vastgelegd: hebben mensen recht op terugkeer? En zo ja, hoe? Mensen meteen betrekken bij het bespreken van de mogelijkheden en beperkingen heeft veel invloed op de gemoedstoestand waarmee ze naar een eerste informatieavond komen. Meedenken over de toekomst van “hun” buurt willen mensen altijd, zolang ze zich maar serieus genomen voelen.’

Zo herinnert Arnold zich een project waarbij bewoners al vóór de eerste informatiebijeenkomst een brief op hun deurmat vonden met de mededeling dat hun buurt zou worden gesloopt. ‘Alles weg, waar jij al jaren woont met je buren, misschien wel bent opgegroeid! Natuurlijk kun je het nooit iedereen helemaal naar de zin maken. Maar als je op zo’n manier begint, kun je je voorstellen dat het extra moeilijk wordt om samen nog tot een gedragen plan te komen.’

Snorharen 
Met een weldoordacht participatietraject kun je wensen en ideeën ophalen van de betrokkenen, hun creativiteit aanboren en verwachtingen managen over de invloed die ze kunnen uitoefenen. Zo vroeg mogelijk je snorharen gebruiken kan ook zienswijzen achteraf voorkomen. Dat hebben Arnold en zijn collega-stedenbouwkundige Frank Maas inmiddels wel geleerd. Hun samenwerking gaat al ruim vijftien jaar terug. In die tijd hebben ze een doeltreffende aanpak ontwikkeld om bewoners bij hun plannen te betrekken. Frank: ‘Wij zijn ooit eens de Rozenbuurt in Nijmegen ingegaan, een kleine volksbuurt die op de lijst stond om gesloopt dan wel gerenoveerd te worden. We wilden zien, horen, ervaren hoe mensen er samenleefden. Op basis van gesprekken hebben wij dat toen in kaart gebracht als basis voor een stedenbouwkundig plan.’ In de jaren erna hebben Arnold en Frank deze persoonlijke benadering verder ontwikkeld, waarbij ze bewoners onder andere laten puzzelen met schaalmodellen van woningen, groen en voorzieningen op posters van het plangebied. Welke waarden en kenmerken zien ze graag terugkomen in hun nieuwe woonbuurt (zoals ‘een open buurt’, ‘variatie’), welk type woningen zouden zij op welke plekken willen terugzien?

Concreet en tastbaar
Bij een volgende bijeenkomst keren Arnold en Frank terug met maquettes van verschillende scenario’s, die als “puzzelstukken” in de omliggende bebouwing te plaatsen zijn. Een lekker concrete, tastbare manier om je plannen te presenteren. Arnold: ‘Ik hou wel van maquettes, omdat deze de ruimtelijkheid van je plan heel goed laten zien. Je kunt zo een veel concreter beeld geven van de opbouw van je stedenbouwkundige plan, en meerdere mogelijkheden naast elkaar laten zien.’

De Kolkakkerbuurt, een tuindorp in Ede en de Oranjebuurt in Breukelen zijn hiervan twee mooie voorbeelden.

(foto links) Marinus Jacobs woont al 64 jaar in de Kolkakkerbuurt, Ede. Als lid van de bewonerscommissie was hij bij alle informatie- en bewonersavonden om mee te denken over de renovatie en nieuwbouw in ‘zijn’ tuindorp. Hij heeft een hele map vol met knipsels uit kranten, informatiebulletins en van de bewonersavonden verzameld.

‘Veel buurtbewoners heb ik echt beter leren kennen tijdens het hele proces van plannen maken, sloop en renovatie en het verhuizen naar onze nieuwe oude buurt! Wat het rare is: voor de renovatie waren er mensen die hier al jaren woonden en als je die tegenkwam, dan keken ze je met de kont nog niet aan! Na de renovatie en alle bewonersavonden ontstond echt een kluitje van betrokken bewoners: we hielpen elkaar met de verhuizingen, we hadden het over de plannen en we kijken een beetje naar elkaar om. Hartstikke mooi!’

In Breukelen worden de bewoners al vroeg meegenomen in het proces en zien ze de noodzaak van de sloop en renovatie van hun buurt. Frank wordt zichtbaar enthousiast als hij terugdenkt aan de eerste bewonersbijeenkomst. ‘Dat was heel bijzonder: iedereen dacht in mogelijkheden. Wij kwamen terug met een heleboel nuttige feedback. Dan ga je vol energie aan de slag met de eerste ontwerpen om te komen tot een breed gedragen stedenbouwkundige visie!’

Alternatieven bij grote groepen
Bij honderden deelnemers aan een bewoners- en omwonendenavond wordt de aanpak met posters, schaalmodellen en maquettes wel een uitdaging. Als je het op die manier aanpakt, heb je echt wel een begeleider per tafel van zo’n acht deelnemers nodig. Maar er zijn goede alternatieven, vindt landschapsarchitect Vera Hetem. ‘We werken ook wel met een vereenvoudigde vorm van deze aanpak door mensen Post-Its met hun wensen te laten plakken op posters van het plangebied. Bij de volgende bijeenkomst laten we dan de voorstellen van de bewoners in uitgewerkte ontwerpschetsen zien op posters of een beeldscherm.’

Ook gebruiken Vera en haar collega-ontwerpers graag een alternatief dat populair werd in ‘coronatijd’: de Mentimeter.

Met deze interactieve presentatiesoftware kunnen mensen ‘live’ tijdens een bijeenkomst feedback geven op vragen en stellingen via hun telefoon, tablet of laptop. Anoniem, maar de reacties verschijnen wel ‘real time’ op het beeldscherm. In ‘coronatijd’ gebeurde dit dus volledig online tijdens Teams-bijeenkomsten. Vera ziet een duidelijk voordeel aan het gebruik van de Mentimeter: ‘Je haalt in één keer feedback op van de hele groep. Als je in kleinere groepjes aan de slag gaat, dan kan de sfeer en input per tafel best verschillen; met de Mentimeter ziet iedereen het totaalplaatje van de hele groep verschijnen. En nog een voordeel: degenen die normaalgesprokken stil op de achterste rij zitten te luisteren, geven nu ook hun mening. Daarnaast durven sommigen zich eerlijker uit te spreken, denk ik. Daarmee wordt ons onderzoek representatiever.’

Ruimtelijke visie
In de gemeente Gemert-Bakel gebruikt projectleider en stedenbouwkundig ontwerper Lotte van Veldhuizen de Mentimeter. Deze groene, historische gemeente in Brabant ziet zich voor een flinke woningbouwopgave gesteld. De komende tien jaar moeten er 2.400 woningen bijkomen binnen een gemeente van 31.364 inwoners (jan. 2023). SAB helpt  de gemeente met het opstellen van een ruimtelijke visie voor Deel-Groenesteeg. Lotte: ‘We onderzoeken of er in dit gebied 500 tot 800 woningen gerealiseerd kunnen worden. Dat zou een flinke tegemoetkoming zijn aan de woningbehoefte.’

Er is nog geen ruimtelijke visie voor dit gebied, dat nu nog grotendeels een agrarische bestemming heeft én gedeeltelijk buitenstedelijk gelegen is.

(Foto inloop 2e bewonersavond 15-5-2023, v.l.n.r. : projectleider / stedenbouwkundig ontwerper Lotte van Veldhuizen van SAB, een bewoner, projectleider gemeente Gemert-Bakel Sander Kern, bewoner, wethouder Hanneke Koppens)

Natuurlijk gaat Lottes onderzoek veel verder dan alleen het ophalen van input tijdens bewonersavonden. ‘We bekijken met ons projectteam goed welke bestaande kwaliteiten, kansen en knelpunten er in het gebied zijn. En voordat we een visie of ontwerp maken, willen wij ook de wensen en ideeën van belanghebbenden onderzoeken.’ Na een eerste informatieavond voor de huidige omwonenden en grondeigenaren van het gebied vond op 15 mei een breder toegankelijke bijeenkomst plaats voor alle geïnteresseerden. Enkele tientallen aanwezigen beantwoordden vragen en stellingen, bijvoorbeeld aan welke woningtypes behoefte is, welke eigenschappen van het huidige gebied behouden moeten blijven en welke parkeermogelijkheden er moeten komen. Na de informatieavond is de Mentimeter twee weken lang nog online in te vullen op de projectpagina, om zo veel mogelijk mensen uit de regio de kans te geven hun wensen en ideeën te delen.

En dan is het weer aan Lotte en haar projectteam om aan de slag te gaan met die input. ‘In een volgende bijeenkomst leggen wij op basis van die input een concept-visie voor. Daarbij laten we zien hoe we de verzamelde wensen en ideeën verwerkt hebben en is er uiteraard ruimte om de visie verder aan te scherpen.’

Theorie, praktijk en gevoel
‘Bij bepaalde onderwerpen zijn er grote verschillen tussen theorie, praktijk en gevoel, zoals bijvoorbeeld over het thema verkeer’,  is de ervaring van onze planoloog. ‘Mensen die in het plangebied wonen vinden de toegangswegen bijvoorbeeld vaak te druk, verkeersspecialisten constateren iets anders.’ Lotte knikt. ‘Daarom benadruk ik tijdens het presenteren van de Mentimeter-vragen ook dat wij juist de ervaringen van de mensen die nu al in het gebied wonen, serieus nemen. En is het zaak om goed onderzoek te verrichten, juist ook op die gevoelig liggende thema’s. Wij zetten onze voelsprieten natuurlijk veel breder uit dan alleen op dit soort bijeenkomsten.’

Goed begin
In maart 2023 presenteerde onderzoeker Jetske Bouma van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het rapport ‘Betrokken burgers, onmisbaar voor een toekomstbestendige leefomgeving’. De scope van het rapport is veel breder dan ruimtelijke ontwikkeling alleen en gaat specifiek over burgerparticipatie. Toch is het een interessant onderzoek om hier aan te halen, omdat Jetske onder meer benoemt hoe in de ruimtelijke ordening en stedenbouw al veel ervaring is opgedaan met ‘breed luisteren’ en een bottom-up benadering, iets wat bijvoorbeeld in klimaatbeleid de laatste jaren pas op gang komt. En met het visueel maken van informatie, waarmee je een bredere doelgroep kunt bereiken. Het belang van wat Arnold Meijer ‘je snorharen gebruiken’ en Lotte van Veldhuizen ‘je voelsprieten uitzetten’ noemt.

Een goed begin is het halve werk. Bij ruimtelijke opgaven is zo vroeg mogelijk écht luisteren naar alle geluiden van alle betrokkenen, essentieel om tot een gedragen plan te komen. Dus ook naar weerstanden, eigen burgerinitiatieven en belangengroepen. Het doel is niet ‘consensus’, maar je best doen om een zo prettig en gezond mogelijke leefomgeving te creëren voor zo veel mogelijk mensen, met oog voor de al aanwezige bebouwde en natuurlijke omgeving.

Categorie: Nieuws, Slider Tags: afbeelding

  • « Vorige
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • …
  • 17
  • Volgende »

Correspondentie SAB

T 020 – 520 64 00 (Amsterdam)
T 026 – 357 69 11 (Arnhem)
E info@sab.nl

Bezoekadres Amsterdam

gevestigd in het INIT
unit 331b
Jacob Bontiusplaats 9
1018 LL Amsterdam

Bezoekadres Arnhem

Frombergdwarsstraat 54
6814 DZ Arnhem

© 2025 · SAB · Powered by Imagely

Deze website maakt gebruik van Cookies

De website van SAB maakt gebruik van functionele en analytische cookies om uw ervaring op onze website te verbeteren. Wanneer u op accepteer alles klikt, geeft u toestemming om al onze cookies te plaatsen.

Privacyverklaring | Sluiten
Instellingen