Op dinsdagmiddag 22 maart jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Omgevingswet. Met het aannemen van deze wet heeft de Eerste Kamer ons weer een stap verder gebracht in een omvangrijke stelselherziening en bundeling van het omgevingsrecht. Welke veranderingen zijn op het laatst nog door de leden van de Eerste Kamer doorgevoerd? Wat waren de kritische kanttekeningen van de verschillende Senaatsleden? Welke vijf moties werden er nog ingediend? En zijn we er nu bijna?
Vragen en kritiek
Voorafgaand aan de stemming op 22 maart vond op 15 maart de openbare behandeling van de Omgevingswet plaats. De leden van de Senaat plaatsten kritische kanttekeningen bij de cultuurverandering waartoe de Omgevingswet moet leiden. Ook het onderwerp burgerparticipatie kwam uitgebreid aan de orde. Minister Schultz kreeg veel vragen over hoe burgerparticipatie vorm zal krijgen, alsmede over de wettelijke verankering daarvan. De minister zal daarom een handreiking maken om de participatie te bevorderen en monitoren.
Aangenomen moties
Er werden op 15 maart in totaal vijf moties ingediend. Bij de stemming op 22 maart werden drie van de vijf moties aanvaard. Ten eerste betreft dat de motie om in de nationale omgevingsvisie, die in de komende jaren zal worden opgesteld, aandacht te besteden aan hoe het stelsel van de Omgevingswet bijdraagt aan het klimaatakkoord dat in 2015 in Parijs werd gesloten en aan andere mondiale verplichtingen waaraan Nederland zich heeft verbonden.
Er klonk kritiek vanuit de Eerste Kamer op het feit dat de normen uit de Omgevingswet worden vastgelegd in zogenaamde AmvB’s en niet worden opgenomen in de wet zelf. AmvB’s worden door de regering vastgesteld en worden niet aan de kamer voorgelegd. De Senaat kan daardoor niet optimaal over de normen uit de Omgevingswet meebeslissen. Door middel van een motie verzocht de kamer de minister om de beoordelingsregels voor omgevingsvergunningen zoveel mogelijk ongewijzigd over te nemen uit de huidige wet- en regelgeving om ervoor te zorgen dat geen verslechtering van het beschermingsniveau plaatsvindt: een motie die aansloot bij de wens van de minister.
Meerdere fracties in de Eerste Kamer maakten zich verder zorgen over de “omgevingsvergunning met onomkeerbare gevolgen”, een vergunning voor bijvoorbeeld het kappen van bomen of het veranderen van een monument. In het wetsvoorstel treedt deze vergunning al twee weken na de bekendmaking in werking. Door middel van een motie verzocht de eerste kamer de minister deze termijn te verlengen naar vier weken, zodat er een redelijke termijn blijft om de vergunning aan te vechten door een voorlopige voorziening aan te vragen. De oorspronkelijke gedachte om aan alle omgevingsvergunningen met onomkeerbare gevolgen een termijn van twee weken voor inwerkintreding te koppelen wordt nu losgelaten. De minister zal een nieuw voorstel doen waarbij, net als in de huidige wetgeving, verschillende termijnen voor verschillende vergunningen gelden. Nu de gedachte van harmonisatie is losgelaten zal in elk geval ook in de wet terugkeren welke vergunningen direct in werking kunnen treden, zoals vergunningen voor dakkapellen.
Stemming
Alleen de fracties van GroenLinks en Partij van de Dieren stemden tegen de Omgevingswet. Beide fracties gaven aan het doel van een meer integraal beleid en samenhang van wet- en regelgeving voor de leefomgeving te ondersteunen, maar misten een aantal normen en toetsingskaders in de wet. Alle overige fracties stemden voor het wetsvoorstel.
Zijn we er bijna?
Met de instemming van de Eerste Kamer komt de invoering van de Omgevingswet weer een stap dichterbij, maar er moet nog flink wat werk verricht worden. Hieronder wordt ingegaan op wat er nog nodig is voordat de Omgevingswet daadwerkelijk in werking kan treden.
AmvB’s
De Omgevingswet is een raamwet; een wet die de hoofdlijnen regelt en algemene principes, verantwoordelijkheden en procedures vastlegt. De nadere invulling hiervan wordt geregeld in vier Algemene maatregelen van Bestuur (AmvB’s), te weten het Omgevingsbesluit, Besluit kwaliteit leefomgeving, Besluit activiteiten leefomgeving en Besluit bouwwerken leefomgeving. De openbare consultatie van de vier AmvB’s zou oorspronkelijk starten op 1 april, maar gaat nu op 1 juli van dit jaar van start.
Aanvullingswetten
Momenteel loopt voor twee aanvullingswetten de openbare consultatie, namelijk de Aanvullingswet bodem en de Aanvullingswet geluid. Deze aanvullingswetten worden bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet opgenomen in deze wet. Ook voor het onderwerp natuur komt er een dergelijke aanvullingswet. Op 15 december 2015 is de Wet natuurbescherming, die het stelsel van de natuurbeschermingswetgeving herziet, door de Eerste Kamer aangenomen. De Wet natuurbescherming, die de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet vervangt treedt waarschijnlijk op 1 januari 2017 in werking. Ook deze wet wordt dus, via een Aanvullingswet, opgenomen in de Omgevingswet.
Ten slotte komt er nog een aanvullingswet voor grondeigendom. De instrumenten uit de huidige Onteigeningswet, de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Wet inrichting landelijk gebied komen daarin samen. Alle aanvullingswetten moeten zowel door de Tweede als Eerste Kamer aangenomen worden en daaraan voorafgaand voor advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State wordt aangeboden.
Invoeringswetgeving
Tot slot moet er nog een invoeringswet worden opgesteld: een begeleidende wet bij de invoering van de Omgevingswet. Hierin is onder meer het overgangsrecht opgenomen, waarin onder meer zal worden geregeld dat de bestemmingsplannen en verordeningen op het gebied van de fysieke leefomgeving na inwerkingtreding van de Omgevingswet als onderdeel van één omgevingsplan worden beschouwd. Verder is de verwachting dat er een termijn zal worden opgenomen waarbinnen er een omgevingsplan op basis van de Omgevingsweg moet zijn vastgesteld. Ter begeleiding van de invoering van de vier AmvB’s wordt een invoeringsbesluit opgesteld.
Inwerkingtreding
De bedoeling is dat de Omgevingswet op 1 januari 2018 in werking zal treden. Een ambitieuze planning, gelet op wat er nog moet gebeuren. Het is dan ook maar de vraag of deze gehaald zal worden. Vooralsnog wordt vanuit het Ministerie niet afgeweken van de oorspronkelijke planning. We zullen het meemaken!