sab
adviseurs in
ruimtelijke
ontwikkeling

SAB

adviseurs in ruimtelijke ontwikkeling

  • Home
  • Bureau
    • Profiel
    • Team
      • Edwin Harleman
      • Arnold Meijer
      • Lotte van Veldhuizen
      • Jitske van Dijk
      • Vera Hetem
      • Chris Rodoe
      • Karel Raats
      • Bente Kramer
      • Lara de Graaf
      • Frank Maas
      • Corinne Schutte
      • Tim Zomerdijk
      • Wout Velthof
      • Danny Jonkman
      • Joost Huibers
      • Sophie de Wringer
      • Andor Keur
      • Aimeric Billet
      • Madelon Jansen
      • Simon Nanning
      • Rens Menting
      • Carola de Ries
      • Alma Sletering
      • Joris Jilesen
      • Iris Baijens
      • Kees Konings
      • Erik Zwartkruis
      • Indira Žuljević
      • Demi van Hooff
      • Chantal Jacobs
      • Eline Weterings
      • Ruud van Noord
      • Anne Mensinga
      • Laura Strackx
      • Indira Žuljević
      • Danny Jonkman
      • Anne Mensinga
      • Marija Satibaldijeva
      • Demi van Hooff
      • Kees Konings
      • Wim Lavooij
      • Ronald Reitsma
    • Vacatures
      • Vacature senior planoloog
      • Vacature adviseur energietransitie en klimaatadaptatie
  • Diensten
    • Planologie
    • Ontwerp
    • Juridisch advies
    • Klimaatadaptatie en energietransitie
    • Onderzoek
    • Proces- en projectmanagement
  • Projecten
    • Alle projecten
    •  
    • Bedrijvigheid
    • Bestemmingsplan
    • Duurzaamheid
    • Infrastructuur
    • Landelijk gebied
    • Landschap
    • Maatschappelijk
    • Omgevingswet
    • Openbare ruimte
    • Recreatie
    • Stedenbouw
    • Transformatie
    • Water
    • Zorg
  • Nieuws
    • Nieuwsberichten
      • BREEAM-NL certificering zorgplein Sanoforum
      • Waterboulevard Maaspark Well
      • Kennismiddag Omgevingswet
      • De Ladder in de steigers
      • De Steenen Poort, Houten
      • Stadsdiagonaal Zutphen krijgt vorm
      • Zo mooi wordt het Prinses Maxima Centrum!
      • Opening Stadsdiagonaal in Zutphen
      • Dorpskwaliteitsplan West Maas en Waal
      • Kennismiddag Wet natuurbescherming
      • Omgevingsplan landelijk gebied Zutphen
      • SAB werkt mee aan ‘Leuk om te leren’
      • Artikel over Stadsdiagonaal
      • Demografische Effectrapportage
      • SAB ontwerpt bijzonder stadsbalkon Zutphen
      • SAB wint aanbesteding Saronix en Lookwartier
      • Actualiseringsplicht wordt afgeschaft
      • Onderzoeksseizoen flora en fauna gestart
      • Co-creatie van ontwerp dorpsplein Noordwijkerhout
      • SAB maakt schetsontwerp IEKC Lichtenvoorde
      • Nieuwe verplichtingen herziening m.e.r.-richtlijn
      • Kennismiddagen Omgevingswet
      • SAB levert winnend ontwerp Slotgraven
      • Ontwerp Springersplein in Gouda klaar voor uitvoering
      • Raad Rhenen stelt parkeerplan vast
      • Prinses Máxima Centrum opgeleverd
      • Stadsbalkon in Zutphen krijgt vorm
      • Bestemmingsplannen Groote Haar onherroepelijk
      • Maak kennis met: Arnold Meijer, stedenbouwkundige van nature
      • Bouw Dorrestijnplantsoen in Heelsum kan beginnen
      • Vooraf m.e.r.-besluit nodig bij veel ruimtelijke plannen
      • Impuls voor herontwikkeling recreatiecentrum Brummen
      • Woningbouwontwikkeling Lopik Oost
      • Bureauexcursie Valencia
      • Gelderse inpassingsplannen Natura 2000-gebieden vastgesteld
      • Ervaringen met de aanmeldingsnotitie m.e.r.
      • Gemeentelijke bijdrage aan energietransitie
      • Eerste ideeën voor een nieuw activiteitenplein in Lichtenvoorde
      • Maak kennis met: Chris Rodoe, milieuplanoloog
      • Recreatief Knooppunt ’t Waal
      • Een PAS op de plaats?
      • Centrumvisie Hoevelaken: samen aan zet!
      • Regio van de Toekomst: Arnhem – Nijmegen – Foodvalley
      • Oorlogsmonument Achterveld onthuld
      • Spelregelkaart en inspiratieboek voor woongebied De Pas in Elst
      • Goed toeven in de Tichelbeekse Waard bij Zutphen
      • Dorpsplein Noordwijkerhout genomineerd voor de Rijnlandse Architectuur Prijs 2019
      • De stikstofproblematiek
      • SAB project Tichelbeeksewaard in Blauwe Kamer
      • Trots op onze plannen voor Dijkkwartier Oost in Nijmegen
      • Starterswoningen in een voormalige school in Vroomshoop
      • Ontwikkelkaders voor drie prachtige locaties in Arnhem
      • Word jij onze nieuwe collega?
      • Natuurvisie buitengebied Geldrop-Mierlo
      • SAB werkt vanuit huis
      • Stikstof-update: het SSRS
      • Online participatiemogelijkheden
      • Omgevingswet uitgesteld; wat nu?
      • Centrumvisie Teylingen
      • Veldonderzoeken van start
      • Nieuw perspectief voor Rijn IJssel-locatie in Wageningen
      • Beeldverhaal Johannes Aupingkwartier
      • Wereldmilieudag
      • Advies Meten en Berekenen Stikstof
      • Reactie van minister op eindadvies
      • Vacature ervaren milieuplanoloog
      • Vacature Adviseur industrielawaai
      • Omgevingsvisie in de praktijk
      • Adviseur duurzaamheid en klimaatadaptatie
      • Omgevingswet en planschade
      • Operatie heikikker
      • Afwijken van het plan? Zo gaat dat straks
      • Gemeentelijke energietransitie in de praktijk
      • Aankondiging: nieuwe release Aerius
      • Stedenbouwkundig plan Doonheide II in Gemert
      • Mediterraanse nachtgeluiden in Nederland
      • Vacature stedenbouwkundige
      • Stikstofdepositie en de wet, een ongemakkelijk gevoel
      • SAB geeft gastles bij LeukOmteLeren
      • Klimaatdreiging? Deze kansen zien wij
      • Quick scan klimaatadaptatie
      • Energietransitie in 6 stappen
      • Leve de biodiversiteit!
      • Duurzaamheid in de Omgevingswet
      • Bestemmingsplan Energielandgoed Wells Meer
      • Amfibie excursie
      • Vacature ondernemende directeur / senior adviseur
      • Einde stikstofproblemen bouw in zicht?
      • Nieuw perspectief voor schoollocaties in Arnhem
      • Tweehonderd nieuwe woningen voor Winterswijk
      • Omgevingsplan Landelijk Gebied Zutphen ligt ter inzage
      • Gierzwaluwen: hoe kunnen we van ze blijven genieten?
      • Maak kennis met onze Toolbox natuurinclusief
      • Waterberging op een bestaand bedrijventerrein
      • Gemeenteraad van Brummen enthousiast over start omgevingsvisie
      • Vacature adviseur energietransitie en klimaatadaptatie
      • Wij verwelkomen Joris
      • Wageningen herstelt stadsgracht in ere
      • Alma Sletering 12,5 jaar in dienst bij SAB
      • Structuurvisie voor het Horapark in Ede
      • Wij verwelkomen Erik, Simon en Willem
      • Jumbo supermarkt Goor is mooiste van Nederland
      • College positief over herstructureringsplan Industriepark
      • Start uitbreiding Lopikerkapel
      • Eindelijk alles onder één dak
      • Maak kennis met… Edwin Harleman
      • Missie: natuurinclusief
      • De toekomst van de Ladder
      • Klaar voor de start?
      • Nieuw jaar, nieuwe Aerius… dus nieuwe stikstofberekening?
      • Wij verwelkomen Camiel
      • Subsidie voor plannen Stadshaven Nijkerk
      • Interview in VG Visie Wintergasten
      • ‘Smilde Bruist!’ Een visie van en voor de Smildegers
      • Interview: De Rikker komt weer tot leven
      • Start met ontwerp woonwijk Varsseveld West
      • Doonheide-Noord II: een fijne, groene woonwijk
      • Hoe complexer, hoe beter
      • Vacature medior milieuplanoloog met planningsskills
    • Blog
      • Omgevingswet door Eerste Kamer: we zijn er bijna?
      • Omgevingswet uitgelicht: uitnodigingsplanologie
      • Bereikt Provincie Noord-Holland wat ze wil?
      • Wnb: groter draagvlak voor natuurbescherming?
      • Bestaand bebouwd gebied en de Ladder
      • Wat is gedegen locatie-onderzoek?
      • Participatie en de Omgevingswet
  • Contact
  •  
  • Aanvraagformulier offerte

Planoloog Joris: “Werken in een multidisciplinair team verrijkt mijn kennis”

Als klein jochie plakte hij al A4-tjes aan elkaar die hij voltekende met zelfverzonnen steden. Niet vreemd dus dat Joris Jilesen uiteindelijk in de wereld van planologie belandde. Nu maakt hij met zijn plannen échte ...

3 'stadse' boekentips voor deze zomer

De zomervakantie is aangebroken. Eindelijk tijd om te lezen! Veel van onze collega’s zijn echte kampeerders. Wat zij zoal weglezen in hun hangmatje op de camping? Hieronder 3 ‘stadse’ boekentips van SAB’ers. De Stad Edwin ...

Omgevingsvisie Barneveld 2040 vastgesteld

Met 30 stemmen voor en slechts 1 stem tegen heeft de gemeenteraad van Gemeente Barneveld vorige week de omgevingsvisie vastgesteld. Nu is de gemeente weer een stap dichter bij het realiseren van diverse grote opgaven, ...

Vacatures

Groei mee met SAB

Bekijk onze actuele vacatures.

  • Projecten

Bestaand bebouwd gebied en de Ladder

21 april 2017

Bij de Ladder voor duurzame verstedelijking moet, nadat de behoefte is aangetoond, worden gemotiveerd in hoeverre een nieuwe stedelijke ontwikkeling kan worden gerealiseerd binnen bestaand stedelijk gebied. De wetgever wil hiermee natuurlijk voorkomen dat nodeloos ‘maagdelijke’ gronden worden gebruikt, als er binnenstedelijk nog ruimte beschikbaar is.

In de praktijk ontstaat nog wel eens discussie over de vraag of een stedelijke ontwikkeling binnen bestaand bebouwd gebied ligt en of het als gevolg daarvan nodig is om de beschikbaarheid van alternatieve locaties te beoordelen.

Voor het antwoord op deze vraag eerst even terug naar de basis. Op basis van artikel 1.1.1 onder h het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), waarin ook de toets aan de Ladder voor duurzame verstedelijking is verankerd, wordt onder bestaand stedelijk gebied verstaan: bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.

In veel gevallen zal de ligging binnen bestaand stedelijk gebied samenvallen met een woonwijk, bedrijventerrein of centrumgebied binnen de bebouwde kom of de (provinciale) rode contour en is er weinig ruimte voor discussie. Maar in enkele gevallen is de situatie minder duidelijk. Wat te doen met bijvoorbeeld een momenteel onbebouwde locatie binnen een bestaande stad of een bestaand dorp?

Het is naar ons idee belangrijk te beseffen dat uit staande jurisprudentie blijkt dat de definitie ‘bestaand stedelijk gebied’ ruimer kan worden opgevat dan misschien vooraf verondersteld zou worden. Onder bestaand stedelijk gebied kunnen bijvoorbeeld ook lintbebouwing, kassengebieden en sportvelden vallen. Interessant is verder dat ook gronden die een ‘stedelijke bestemming’ hebben op grond van het geldende bestemmingsplan zich als bestaand stedelijk gebied kwalificeren. Ook planologische mogelijkheden waarvan nog geen gebruik is gemaakt zijn dus aan te merken als bestaand stedelijk gebied. Een momenteel onbebouwde locatie kan dus, om op het voorbeeld terug te komen, afhankelijk van de bestemming, wel degelijk als bestaand stedelijk gebied worden aangemerkt. Hiermee zou dan een studie naar locatie-alternatieven niet nodig zijn.

Een aspect dat ook van belang is, is dat sommige provincies in hun ruimtelijke verordening de afbakening van het bestaand stedelijk gebied in woord en/of kaartbeeld vastgelegd hebben. Een voorbeeld zijn de provincies Fryslân, Noord-Brabant en Zeeland (in deze laatste provincie bijvoorbeeld wordt lineaire bebouwing langs wegen uitgezonderd). Hiermee moet natuurlijk terdege rekening worden gehouden.

De Ladder zal overigens op 1 juli aanstaande worden gewijzigd. De verwachting is dat de motiveringsplicht voor locaties binnen stedelijk gebied wordt verlicht. Zeker ook in het kader van de ‘nieuwe Ladder’ is het dus zeer relevant om goed in beeld te hebben in welke gevallen er gesproken kan worden van bestaand stedelijk gebied!

Over deze vragen en over andere vragen inzake de Ladder voor duurzame verstedelijking adviseren wij u natuurlijk graag nader. Hiervoor kunt u natuurlijk contact met ons opnemen.

 

Categorie: Blog Tags: afbeelding

Co-creatie van ontwerp dorpsplein Noordwijkerhout

13 april 2017

Midden in Noordwijkerhout ligt het dorpsplein met daarop de Witte Kerk: een pittoreske, oude kerk, omringd door een hoftuin. In de straten rondom het plein zitten diverse winkels en horecagelegenheden, waardoor het hier  – met name in de zomer – vaak een drukte van belang is. Niet voor niets is dit dan ook het meest gezichtsbepalende deel van het centrum. Vol enthousiasme zijn we onlangs gestart met het opstellen van een nieuw ontwerp voor dit plein. Dit doen we in co-creatie met bewoners, ondernemers en belangstellenden.

Dorpsplein Noordwijkerhout

Voortvarend aan de slag

Al jaren bestaat de wens om het dorpsplein een meer uitnodigend karakter te geven en de verblijfskwaliteit flink op te waarderen. Niet gek dus, dat in de centrumvisie, die de gemeenteraad van Noordwijkerhout eind 2016 vaststelde,  de herinrichting van het dorpsplein hoog op de projectenlijst stond. Nadat de gemeente ons eind februari opdracht gaf om het inrichtingsplan voor de openbare ruimte van het plein in co-creatie op te stellen, zijn we dan ook voortvarend aan de slag gegaan. Om in het najaar van 2017 met de uitvoering te kunnen starten, is een goede planning namelijk onontbeerlijk.

Dorpsplein Noordwijkerhout

Co-creatie

Inmiddels hebben er diverse workshopavonden met omwonenden, winkeliers en andere betrokkenen plaatsgevonden. Samen zoeken we antwoord op vragen als: wat is de betekenis van het plein binnen het centrum? Wat past hier goed en wat juist niet? Welke materialen vinden we mooi? Zo hebben we samen gewerkt aan twee breed gedragen en uitgewerkte ontwerpen.

Op 12 april jl. presenteerden wij de in co-creatie gemaakte ontwerpen aan de raadscommissie. Beide ontwerpen zijn positief ontvangen. De gemeenteraad van Noordwijkerhout zal voor de zomer van 2017 een keuze maken uit de twee ontwerpen, zodat nog dit jaar met de uitvoering gestart kan worden.

Bekijk hieronder een filmpje van de twee ontwerpen:

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

Onderzoeksseizoen flora en fauna gestart

13 april 2017

Houd rekening met het onderzoeksseizoen van beschermde flora en fauna!

Nu de lente is begonnen en bomen weer geleidelijk bladeren krijgen, nadert ook het onderzoeksseizoen van verschillende diersoorten. In een stedelijke omgeving zijn het met name vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen, die vaak een verblijf- of nestplaats in gebouwen hebben en die daarnaast beschermd zijn op basis van de Wet natuurbescherming. Onze ervaring is dat vooral het aspect flora en fauna kan leiden tot flinke vertraging van procedures van ruimtelijke projecten als niet tijdig wordt begonnen met (nader) onderzoek.

We adviseren u om hier in uw planning met betrekking tot ruimtelijke plannen en activiteiten goed rekening mee te houden. Soortgericht nader onderzoek kan namelijk niet het gehele jaar worden uitgevoerd. Nestplaatsen van de huismus moeten bijvoorbeeld worden onderzocht in de lente, vanaf de maand april. Uit nader onderzoek blijkt soms dat het aanvragen van een ontheffing noodzakelijk is. Om deze ontheffing verleend te krijgen, dient het nader soortgericht onderzoek aan strenge eisen te voldoen. Wij voeren het onderzoek daarom altijd zo uit, dat het een dergelijke beoordeling zeker doorstaat. Dit voorkomt procesvertraging.

SAB heeft een brede ervaring in het uitvoeren van soortgericht nader onderzoek. Zo hebben we de laatste jaren naar het voorkomen van uiteenlopende plant- maar vooral diersoorten onderzoek gedaan. Hierbij kunt u denken aan de ringslang, rugstreeppad, poelkikker, hazelworm, steenuil, kerkuil, buizerd, huismus, gierzwaluw en verschillende soorten vleermuizen. Hiervoor hebben wij uiteraard de benodigde apparatuur in huis, zoals Batdetectors (Batlogger M en Petterson D240X). Batdetectors vangen de onhoorbare ultrasone geluiden van vleermuizen op en vertalen deze in voor mensen hoorbare geluiden.

Nu de lente is begonnen, is het veldseizoen voor de huismus al geopend. Voor vleermuizen en gierzwaluwen begint dit binnenkort, vanaf respectievelijk half mei en begin juni. Is er voor uw plan of project daarom nog soortgericht onderzoek nodig teneinde tijdig over onderzoek of zelfs een ontheffing van de Wet natuurbescherming te beschikken? Ons team van ecologen staat graag voor u klaar!

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

Actualiseringsplicht wordt afgeschaft

13 februari 2017

De wetgever wil dat gemeenten aan de slag gaan met een omgevingsplan!

Eind januari jl. is het Wetsvoorstel afschaffing actualiseringsplicht bestemmingsplannen ingediend bij de Tweede Kamer. Met invoering van deze wet wordt de actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen, die volgt uit de Wet ruimtelijke ordening en de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening, afgeschaft.

Actualiseringsplicht uit de Wro

Bij de invoering van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 is de actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen aangescherpt, omdat belangrijk werd gevonden dat gemeenten beschikken over actuele plannen. Bestemmingsplannen moeten nu nog binnen een periode van tien jaar, gerekend vanaf de datum van vaststelling van het bestemmingsplan, telkens opnieuw worden vastgesteld. Gemeenten zijn vanaf de inwerkingtreding van de Wro dan ook druk aan de slag gegaan om hun grondgebied van actuele bestemmingsplannen te voorzien. Op het niet voldoen aan deze actualisering is namelijk ook een sanctie gesteld: het verlies van de mogelijkheid tot invordering van leges.

Veel bestemmingsplannen die rond 2008/2009 zijn vastgesteld, staan nu op de rol om geactualiseerd te worden. De vaststelling van deze plannen valt dan in principe in de buurt van de beoogde inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2019.

Achtergrond van de regeling

In de Omgevingswet komt de actualiseringsplicht te vervallen. Door invoering van dit wetsvoorstel wordt op de nieuwe wet geanticipeerd en daarmee vormt deze wet een onderdeel in de overgang naar het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht.

Verder vindt de wetgever het belangrijk dat gemeenten nu al aan de slag gaan met het omgevingsplan, ondanks de overgangstermijn die de Invoeringswet Omgevingswet biedt. De bundeling van alle regels op het gebied van de fysieke leefomgeving in één samenhangend en consistent omgevingsplan wordt door de wetgever als een aanzienlijke opgave gezien. Door afschaffing van de actualiseringsplicht wordt daar tijd voor vrij gemaakt.

Wat houdt de regeling precies in?

De wet voorziet in de afschaffing van de actualiseringsplicht van bestemmingsplannen en beheersverordeningen die elektronisch raadpleegbaar zijn. Het gaat om de plannen die beschikbaar zijn gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl. Dat zijn:

  • plannen die op grond van de Wro digitaal zijn vastgesteld overeenkomstig IMRO 2008 en 2012;
  • plannen die zijn vastgesteld volgens IMRO 2006;
  • plannen waarvan een ingescande versie beschikbaar is gesteld met de Praktijkrichtlijn Plancontour & PDF ‘PRPCP2008’.

Voor alle andere plannen blijft de actualiseringsplicht gehandhaafd. Deze regeling gaat ook gelden daar waar een provinciaal of rijksinpassingsplan van kracht is.

Inwerkingtreding

In de Memorie van Toelichting bij de wet is aangegeven dat voor een optimaal effect van deze wet het van belang is dat deze zo spoedig mogelijk in werking treedt. Het is de bedoeling dat er voor deze wet wordt afgeweken van de vaste inwerkingtredingdata van formele wetten op 1 januari en 1 juli van elk jaar alsmede van de minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling. Daarmee lijkt het de bedoeling te zijn dat de wet al voor 1 juli a.s. in werking getreden zal zijn.

Wat betekent de inwerkingtreding van deze wet voor uw gemeente?

De afschaffing van de actualiseringsplicht is met name interessant wanneer een herziening van de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen alleen wordt ingegeven door de actualiseringsplicht. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat de te actualiseren plannen via www.ruimtelijkeplannen.nl raadpleegbaar zijn. Wij kunnen oude plannen voor u conform de eerder genoemde PRPCP2008 digitaal raadpleegbaar maken, zodat deze onder de reikwijdte van de nieuwe wet vallen.

Verder geeft de wetgever een duidelijk signaal om aan de slag te gaan met de Omgevingswet en dan specifiek met het omgevingsplan. Dat zou voor gebieden kunnen die aan actualisering toe zijn, waarbij dan bijvoorbeeld de verordeningen die de fysieke leefomgeving betreffen worden meegenomen. Hierin is op dit moment al een flinke slag te slaan!

Natuurlijk neemt het vervallen van de actualiseringsplicht niet weg dat er nog steeds de plicht bestaat tot een ‘goede ruimtelijke ordening’!

Ook aan concrete verzoeken tot herziening van bestemmingsplannen moet nog steeds op dezelfde gronden medewerking worden verleend. En indien in provinciale verordeningen een instructieregel is opgenomen, dat onderwerpen voor een bepaalde datum in een bestemmingsplan moeten zijn verwerkt, ontslaat het afschaffen van de actualiseringsplicht de gemeenteraad niet van de plicht het bestemmingsplan te herzien om aan deze verplichting te voldoen.

 

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

Omgevingswet uitgelicht: uitnodigingsplanologie

7 februari 2017

Blog door Edwin Harleman, jurist bij SAB

De afgelopen jaren zijn termen als ‘uitnodigingsplanologie’ en ‘organische gebiedsontwikkeling’ steeds vaker te horen in de wereld van de ruimtelijke ordening. Ook in de Omgevingswet krijgt uitnodigingsplanologie een plek.

Wat is uitnodigingsplanologie?

In de traditionele ruimtelijke ordening wordt in het bestemmingsplan uitputtend beschreven welk gebruik is toegestaan op een bepaalde plek. Dit ligt vast voor de komende tien jaar. Voor verder kijken dan die planperiode is in het bestemmingsplan geen ruimte. Er kan niet worden geanticipeerd op nog niet te voorziene ontwikkelingen en innovaties. Uitnodigingsplanologie wordt door het huidige stelsel bemoeilijkt. De verplichte onderzoeken dienen uit te gaan van de maximale mogelijkheden die het plan biedt. De haalbaarheid van de gehele reikwijdte van de ontwikkeling moet worden aangetoond. Dit kan een enorme (kosten)last met zich meebrengen. Daarnaast heerst er bij de overheid doorgaans een wantrouwen jegens projectontwikkelaars. Met de Omgevingswet moet hier verandering in komen.

Met uitnodigingsplanologie wordt het systeem volledig omgedraaid. Niet van te voren limitatief benoemen wat mag en wat niet, maar juist niets op voorhand uitsluiten.  Bij uitnodigingsplanologie bepalen overheden op hoofdlijnen waar ruimtelijk wel of geen veranderingen gewenst zijn met het oog op lange termijn prognoses en te beschermen waarden. Het is planologie waarbij overheden zich uitnodigend en faciliterend opstellen tegenover initiatiefnemers. Dat vergt een andere houding van alle spelers in het veld van de ruimtelijke ordening. Burgers en ondernemers zijn aan zet.

Gemeentelijke overheden zijn onder de huidige Wet ruimtelijke ordening al voorzichtig begonnen met uitnodigingsplanologie. Soms actief door burgers en ondernemers uit te nodigen om te komen met plannen en initiatieven. Meestal door juist minder actief te acteren en uitsluitend een toetsende positie in te nemen, vaak gedwongen door bezuinigingen. Het initiatief en ook het maken van de plannen wordt meer en meer over gelaten aan de markt.

De wetgever laat met de Omgevingswet zien de behoefte te hebben deze ontstane praktijk door te vertalen in wetgeving. Bij de ontwikkeling van gebieden en plaatsen moet door de overheid niet het eindbeeld worden vastgelegd, maar veel meer de gewenste ontwikkelrichting op basis van een visie voor een gebied. Verschillende invullingen, uitvoeringen en inrichtingen moeten mogelijk zijn. Het is aan de gemeente om te bepalen welke delen van het grondgebied gedetailleerde regels vereisen (bijvoorbeeld een landschappelijk of stedenbouwkundig waardevol gebied, of een rustig woongebied) en welke delen van het grondgebied globaler kunnen worden gereguleerd. Daarbij wordt vooraf planologische zekerheid en op hoofdlijnen inzicht in de grondexploitatie geboden. Dankzij die zekerheid kunnen initiatiefnemers makkelijker investeringsbeslissingen nemen en bouwplannen ontwikkelen, zo zegt de wetgever.

Maar wat is nu concreet geregeld in de Omgevingswet?

In de Memorie van toelichting worden vier elementen genoemd die uitnodigingsplanologie zouden moeten stimuleren.

  1. Het schrappen van de actualiseringsverplichting die nu geldt voor bestemmingsplannen en de verplichting om aan te tonen dat nieuwe functies binnen tien jaar worden verwezenlijkt.
  2. Het aanpassen van de regels rondom grondexploitatie, zodat de verplichting tot het vaststellen van de grondexploitatieregeling kan doorschuiven naar de concrete aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit.
  3. Het verminderen van de onderzoekslasten door deze zoveel mogelijk te verschuiven naar en te reduceren tot de concrete aanvraag van een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit.
  4. De mogelijkheid om onbenutte gebruiksruimte na een bepaalde termijn zonder planschadegevolgen te kunnen afnemen.

Het eerste onderdeel (schrappen 10 jaarstermijn) hangt uiteraard samen met het vervangen van het instrument bestemmingsplan door omgevingsplan. In de toekomst geldt binnen de gemeente één omgevingsplan. Nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door middel van omgevingsvergunningen. Binnen vijf jaar na het onherroepelijk worden van die vergunning moet het omgevingsplan ter plaatse worden gewijzigd. Een algehele herziening van het omgevingsplan eens in de tien jaar is dan niet meer aan de orde. Of wel of niet wordt meegewerkt aan initiatieven van burgers en ondernemers zal in grote mate afhangen van de eerder genoemde gewenste ontwikkelrichting die de gemeente heeft vastgelegd in de omgevingsvisie.
De gevolgen voor de gemeentelijke overheden zijn groot. Het is van het grootste belang de omgevingsvisie op orde te hebben. Daarin moeten duidelijke keuzes zijn gemaakt, maar ook een helder beoordelingskader voor initiatieven worden geboden. Daarnaast moet een effectieve werkwijze worden bedacht om de initiatieven te toetsen. Daarbij zal de overheid zich ook behulpzaam moeten opstellen. Niet elke initiatiefnemer is een professionele partij die weet hoe het werkt in de ruimtelijke ordening. Burgers moeten wel kunnen blijven vertrouwen op de expertise bij de overheid.

Op onderdeel twee (grondexploitatie) en onderdeel vier (planschade) zal door ons op een later moment uitgebreider worden ingegaan.

Met onderdeel drie (doorschuiven onderzoeken naar omgevingsvergunning) wordt daadwerkelijk invulling gegeven aan ontwikkelingsplanologie. Zoals hierboven al gezegd wordt het systeem volledig omgedraaid. Onder de huidige Wet ruimtelijke ordening wordt doorgaans eerst een bestemmingsplanherziening vastgesteld waarbij alle relevante haalbaarheidsonderzoeken worden uitgevoerd volgens de worst-case benadering. Het vergunningentraject volgt later. Onder de Omgevingswet kunnen die onderzoeken later worden uitgevoerd en worden beperkt tot de scope van de concrete vergunning.
De wetgever zegt hierover het volgende. Om de lasten te verminderen zijn alleen onderzoeksverplichtingen opgenomen voor zover die bijdragen aan een goede besluitvorming, of wordt (her)gebruik van actuele gegevens mogelijk gemaakt. De noodzaak om besluiten goed te motiveren, waar nodig met onderzoek, staat hierbij niet ter discussie. Het gaat wel om het verbeteren van het moment waarop onderzoek, op het juiste schaal- en detailniveau, plaatsvindt. Er worden geen toekomstige mogelijke scenario’s onderzocht, maar alleen de initiatieven waarvoor daadwerkelijk interesse bestaat.  Door deze versobering en het hergebruik van onderzoeksgegevens kan worden bespaard op onderzoekskosten.
Wel geldt dat het op voorhand niet aannemelijk mag zijn dat de ontwikkeling nooit kan worden gerealiseerd
Volgens de wetgever kunnen regels in omgevingsplannen zodanig worden geformuleerd dat het beoordelingsmoment wordt verschoven. Er kan worden gewerkt met open normen, aangevuld met beleidsregels. Bijvoorbeeld zou kunnen worden volstaan met een bouwregeling die niet meer inhoudt dan dat moet worden aangesloten op het bebouwingspatroon in de omgeving.  Een ander door de wetgever genoemd voorbeeld is het doorschuiven van een akoestisch onderzoek naar het moment dat zich een concreet initiatief aandient. Door het opnemen van een geluidsnorm als regel in het omgevingsplan kan een eventuele nieuwe woning wel alvast worden toegestaan. Het akoestisch onderzoek wordt pas uitgevoerd bij de vergunningaanvraag.

Een grote vraag daarbij is hoe de uitvoerbaarheid of haalbaarheid van de geboden planologische mogelijkheden moet worden gemotiveerd in het omgevingsplan zonder dat er onderzoeken zijn uitgevoerd. Volgens de wetgever wordt in de omgevingsvisie en het omgevingsplan planologische zekerheid geboden. Maar als de haalbaarheidsonderzoeken nog niet zijn uitgevoerd is er nog geen zicht is op alle mogelijke onderzoeks- en saneringskosten. Ook is het nog niet zeker dat de vergunning de eindstreep wel haalt. Hoe uitnodigend is dat dan voor een initiatiefnemer en/of investeerder?

Invoering

De invoering van de Omgevingswet is uitgesteld naar 2019. Dit houdt ons dus nog langer in spanning. Maar geeft ook de gelegenheid om alvast te werken aan de bouwstenen voor de toekomstige omgevingsvisies en omgevingsplannen.

 

SAB Blog Edwin Harleman

Categorie: Blog Tags: afbeelding

SAB wint aanbesteding Saronix en Lookwartier

2 januari 2017

SAB heeft samen met KlaassenGroep en opZoom architecten de aanbesteding gewonnen voor de bouw van 56 huurwoningen en de aanleg van de openbare ruimte in de gebieden Saronix en Lookwartier in Doetinchem. KlaassenGroep was de inschrijvende partij – opZoom ondersteunde voor het architectonisch ontwerp en SAB voor het stedenbouwkundig plan en inrichtingsplan. Sité Woondiensten beloonde deze samenwerking met een overtuigende keuze voor onze inzending. Met ons winnende plan verweven we het industriële verleden van Saronix op een aantrekkelijke manier in de moderne woonbuurt. Het Lookwartier geven we een stedelijke uitstraling, zodat de drukke Ruimzichtlaan een mooie wand krijgt.

Saronix Doetinchem visualisatie opZoom
Visualisatie Saronix (door opZoom architecten)

Het rijke industriële verleden van Saronix

Saronix is een voormalig fabrieksterrein. Het industriële karakter van de plek is nog altijd zichtbaar aan het ketelhuis, dat is blijven staan en binnenkort een nieuwe functie krijgt. Zo blijven heden en verleden elkaar ontmoeten. En dat is precies waar het ontwerpteam naar op zoek is gegaan. Onze stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten ontwikkelden samen met de ontwikkelaar en de architect een concept dat perfect op deze locatie past. Het ketelhuis staat daarin centraal: samen met de industrieel ingerichte pleinruimte is dit straks een echte eye-catcher. De pleinruimte loopt als een groen, parkachtig gebied door naar het woonzorgcomplex, dat een modern-industriële uitstraling krijgt. Nieuwe rijwoningen flankeren de ruimte en vormen een duidelijke overgang naar het omliggende gebied, waar in de toekomst ook woningen gebouwd zullen worden. Wij stelden voor om dit omliggende gebied tijdelijk in te richten met bloemen- en bomenweides en met intensiever te gebruiken plekken, als een natuurspeeltuin of een buurttuin. Zo kunnen de bewoners van Saronix binnenkort alvast genieten van hun nu nog onbebouwde ‘achtertuin’.

Saronix Doetinchem uitgangspunten stedenbouwkundig plan
Uitgangspunten stedenbouwkundig ontwerp Saronix

Een stedelijke uitstraling voor Lookwartier

In het Lookwartier worden aan weerszijden van de Ruimzichtlaan 26 huurwoningen gerealiseerd. De Ruimzichtlaan is een belangrijke ontsluitingsweg voor Doetinchem en de (overwegend nieuwe) bebouwing langs de weg heeft een stedelijke uitstraling. Daar sluit ons ontwerpteam bij aan. Door het introduceren van beneden-bovenwoningen én door de grondgebonden woningen op een slimme manier vorm te geven, krijgt de laan ook met het relatief kleine programma een stedelijke uitstraling. Om het groene beeld van de Ruimzichtlaan te versterken zetten we de bebouwing ‘met de voeten in het groen’. Zo ontwierpen we een gevarieerd en stadse woonbuurt.

Lookwartier Doetinchem stedenbouwkundig plan
Stedenbouwkundig plan Lookwartier

Lookwartier Doetinchem visualisatie opZoom
Visualisatie Lookwartier (door opZoom architecten)

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

SAB ontwerpt bijzonder stadsbalkon Zutphen

21 december 2016

SAB maakt voor de gemeente Zutphen een inrichtingsplan voor de Tichelbeeksewaard: een recreatief aantrekkelijk groen gebied langs de IJssel dat dicht tegen de historische binnenstad van Zutphen ligt. We maken vanaf de Kanonsdijk bij de wijk de Hoven een bijzondere entree naar de Tichelbeeksewaard. Vanaf brede uitwaaierende traptreden in de dijk en een bijzonder vormgegeven stadsbalkon op hoogte, kijk je straks uit over de uiterwaarden, de IJssel en de historische kade van de binnenstad van Zutphen.

Wij hebben een 3D visualisatie gemaakt van deze aantrekkelijke entree om zo een goed beeld te geven van de beleving vanuit de omgeving naar dit stadsbalkon en de beleving vanaf het stadsbalkon naar de omgeving. Ook is te zien wat er gebeurt als het water van de IJssel stijgt. Het stadsbalkon zal waarschijnlijk in 2017 worden gerealiseerd!


3D Visualisatie stadsbalkon Zutphen

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

Wnb: groter draagvlak voor natuurbescherming?

11 januari 2017

Blog door een van onze ecologen bij SAB

Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) ingegaan, die de Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet 1998 en Boswet vervangt. Er lijken zich al een paar praktische voordelen af te tekenen nu we een paar weken op weg zijn. Leidt deze nieuwe wet tot meer draagvlak voor natuurbescherming?

Draagvlak

Als ecoloog ben ik er natuurlijk voorstander van dat waardevolle natuur in Nederland wettelijk wordt beschermd. Maar in de praktijk zie ik ook dat met name de Flora- en faunawet het draagvlak voor natuurbescherming juist ondermijnt. Draagvlak voor natuurbescherming is in mijn optiek zeer belangrijk voor een leefbare wereld. De natuur kan geen eigen stem laten horen en met natuurbescherming is op korte termijn geen droog brood te verdienen. Tegelijkertijd blijft de mens absoluut afhankelijk van de natuur, ook als je drie hoog achter in het centrum van Amsterdam woont. Er moet dus draagvlak zijn om voldoende middelen te verkrijgen om de waardevolle natuur te behouden.

Algemeen maar toch beschermd

Een voorbeeld van draagvlakvernietiging is het wettelijk beschermen van algemeen voorkomende soorten. Je zou toch denken dat het voor de kleine modderkruiper, die zowat in elke Nederlandse sloot voorkomt, niet nodig is dat deze aanvullend wordt beschermd? Toch was hier onder de Flora- en faunawet sprake van. Gevolg was dat bijvoorbeeld bij een demping van een sloot vaak volgens een ecologisch werkprotocol gewerkt moest worden om schade aan de kleine modderkruiper zoveel mogelijk te beperken. Waarom? Not a clue. Onder de Wet natuurbescherming heeft de kleine modderkruiper geen beschermde status meer. Deze wet lijkt zijn doel dus beter te bereiken: het beschermen van zeldzame plant- en diersoorten.

Lange procedure

Een ander voorbeeld, dat draagvlak voor natuurbescherming ondermijnt, is de vertraging die ruimtelijke ontwikkelingen kunnen oplopen door de noodzaak van het uitvoeren van een volledig ecologisch onderzoek en het aanvragen van een ontheffing Flora- en faunawet. Onder de Flora- en faunawet was de route vaak als volgt. Met een quick scan flora en fauna werd getracht zoveel mogelijk beschermde plant- en diersoorten op voorhand in het plangebied uit te sluiten. Voor de soorten waarbij dat niet lukte, werd nader onderzoek uitgevoerd. Als bleek dat daadwerkelijk beschermde soorten aanwezig waren, was een ontheffing van de RVO noodzakelijk om de ruimtelijke ontwikkeling toch door te laten gaan. De RVO verleende enkel de ontheffing als een goed plan was bedacht om de schade aan de beschermde soorten zoveel mogelijk te voorkomen (mitigatieplan).

Het nader onderzoek was verplicht, omdat de RVO een ontheffingsaanvraag zonder een volledig onderzoek niet in behandeling nam. Daarnaast was vaak een ontheffing nodig, omdat onder de Flora- en faunawet verstoren van verblijfplaatsen ook verboden was. Met een beetje pech was je al gauw anderhalf jaar verder voor je eindelijk aan de slag mocht, met als gevolg een hoop ergernis en niet te vergeten financiële gevolgen.

Snellere oplossingen?

Met de Wet natuurbescherming lijkt het erop dat er andere, snellere en voor de natuur net zo goede oplossingen mogelijk zullen zijn. Verstoren van nest- en verblijfplaatsen is niet langer verboden. Voor enkel het verstoren van bijvoorbeeld een verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis lijkt dan ook geen ontheffing meer nodig te zijn. Als uit nader onderzoek dan blijkt dat verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis aanwezig zijn, kun je een gedegen mitigatieplan opstellen en dit zonder ontheffing direct uitvoeren. Het niet aan hoeven vragen van een ontheffing scheelt in de praktijk al gauw vier maanden.

In sommige gevallen mag zelfs het nader onderzoek achterwege worden gelaten. Soms kun je na een quick scan een goede inschatting maken van wat er maximaal aan verblijfplaatsen op de locatie zou kunnen zitten. Als je dit worst case-scenario netjes mitigeert, is hoogstens sprake van verstoring terwijl de functionaliteit van alle mogelijk aanwezige verblijfplaatsen behouden blijft. Je kunt hier qua tijd al gauw een jaar mee winnen.

Als het allemaal sneller en net zo goed kan, zullen naar mijn idee initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen eerder geneigd zijn om rekening te houden met beschermde natuur.  Ook het feit dat alleen maar zeldzame natuur beschermd is, helpt bij het begrip voor natuurbescherming. De kans is dus groot dat met wettelijk minder bescherming het draagvlak voor natuurbescherming toeneemt, wat uiteindelijk zelfs positief uitpakt voor de natuur. Ik volg de nieuwe ontwikkelingen hoe dan ook op de voet!

Categorie: Blog Tags: afbeelding

Bereikt Provincie Noord-Holland wat ze wil?

29 november 2016

Op 10 juni 2016 is een ontwerp Provinciale Ruimtelijke Verordening ter inzage gelegd door de provincie Noord-Holland. Het is de bedoeling dat deze eind 2016 wordt vastgesteld. In de nieuwe Verordening moet een aantal zaken beter of anders worden geregeld ten opzichte van de bestaande Verordening. Met name de begrippen ‘bestaand bebouwd gebied’ versus ‘landelijk gebied’ en de regeling ten aanzien van het verstedelijkingsverbod in het landelijk gebied gaan op de schop.

Het is zonder meer toe te juichen dat de provincie blijvende aandacht heeft om de provinciale belangen goed te borgen. Het is goed dat de provincie er op toeziet dat zorgvuldig met de schaarse ruimte wordt omgegaan. Ons kwetsbare landelijk gebied dient in beginsel vrij te blijven van nieuwe bebouwing, zodat de bijzondere waarden (rust, openheid) blijven behouden. De vraag is wél of de provincie met de nieuwe Verordening bereikt wat ze wil bereiken.

Het punt is dat wanneer een bestemmingsplan bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State aangevochten wordt de rechter aan de letterlijke tekst van de Verordening toetst. Aan bedoelingen die eraan ten grondslag liggen wordt in de praktijk niet of nauwelijks getoetst. Om die reden halen bestemmingsplannen het niet bij de rechter en om deze reden ondervinden gemeenten en marktpartijen hinder.

Als bestaand bebouwd gebied werd beschouwd: ‘de bestaande of de bij een -op het moment van inwerkingtreding van de verordening- geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing, uitgezonderd bebouwing op agrarische bouwpercelen en kassen’. Onder toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing wordt mede begrepen de daarbij behorende bebouwing ten behoeve van openbare voorzieningen, verkeersinfrastructuur alsmede stedelijk water en stedelijk groen van een stad, dorp of kern‘. Als landelijk gebied wordt gezien: ‘het gebied, niet zijnde het bestaand bebouwd gebied’.

De ruimte tussen bebouwing is volgens de definitie dus landelijk gebied. Dat is merkwaardig, want in overduidelijk stedelijke gebieden zijn genoeg onbebouwde ruimtes aanwezig, die volgens de Verordening nu als landelijk gebied moeten worden beschouwd. Verder is het vreemd dat er genoeg kassen in stedelijk gebied aanwezig zijn, die ook als landelijk gebied moeten worden aangemerkt. Het gaat nog verder: op een plek in stedelijk gebied waar sloop en nieuwbouw plaatsvindt, waarbij de nieuwbouw niet geheel voldoet aan het bestemmingsplan, moet die nieuwbouw ook als landelijk gebied worden aangemerkt! Een gebouw dat wordt teruggebouwd na de bestaande bebouwing te hebben gesloopt, laten we zeggen in hartje Amsterdam, met een andere hoogte dan is toegestaan op basis van het geldende bestemmingsplan moet dus worden aangemerkt als landelijk gebied. Deze laatste weeffout wordt (nog) niet herkend en dit leidt ertoe dat met de nieuwe ontwerp Ruimtelijke Verordening mogelijk nog niet wordt bereikt wat in mijn optiek wordt beoogd, namelijk de bescherming van het landelijk gebied. De verordening verwijst nu naar het begrip bestaand stedelijk gebied, zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening, maar dit begrip is met een ander idee in het leven geroepen en leidt bovendien op zichzelf al weer tot onduidelijkheid.

Natuurlijk is het belangrijk dat plannen regionaal worden afgestemd, maar moet dit voor elk plan gelden? Zou een gemeente binnen het stedelijk gebied niet veel meer speelruimte moeten hebben? Een stad is immers nooit af; er zijn constant ontwikkelingen. Wat te denken van ‘kleine’ ontwikkelingen? Wat we belangrijk vinden, is dat er niet zomaar nieuwe bedrijventerreinen, nieuwe woonwijken, recreatieparken en wat al niet meer in ons kwetsbare landelijk gebied bijkomen. De beste manier om het landelijk gebied te beschermen, is en blijft dan ook de gebieden aan te wijzen, geometrisch te begrenzen dus. Dit kan je een Provinciaal Landschap noemen; omgekeerd kunnen ook de rode contouren worden aangewezen. In het digitale tijdperk is dit technisch een koud kunstje en leidt het tot een duidelijkere verbeelding van wat eigenlijk de provinciale doelstelling is. Het vergt alleen een getrouwe en zorgvuldige inventarisatie van het landelijk gebied.

Categorie: Blog Tags: afbeelding

Demografische Effectrapportage

16 november 2016

De Demografische Effectrapportage voor Rijssen-Holten, die wij samen met de gemeente en PAS bv opstelden, ligt op dit moment ter inzage. Ter voorbereiding daarop is het stuk behandeld in de gemeentelijke commissie Algemeen bestuurlijke zaken en middelen (ABZM). Een mooi moment om een inkijkje te geven in dit project. Benieuwd naar onze Demografische Effectrapportage? U kunt hem downloaden via de website van de gemeente.

Anticiperen op de verwachte gevolgen
Demografische ontwikkelingen hebben effect op verschillende beleidsvelden. Zo kan een dalende beroepsbevolking effect hebben op economisch vlak, maar leidt dit mogelijk ook tot mobiliteitseffecten doordat het woon-werkverkeer afneemt. Op gemeentelijk niveau is er echter niet of nauwelijks invloed uit te oefenen op demografische veranderingen. Wél kunnen gemeenten anticiperen op de verwachte gevolgen. En dat is precies wat de gemeente Rijssen-Holten graag wil.

Een helder uitvoeringsprogramma
Samen met de gemeente en PAS bv onderzochten wij de te verwachten demografische ontwikkelingen in de gemeente Rijssen-Holten en gaven we inzicht in de consequenties daarvan op ruimtelijk, sociaal en financieel-economisch gebied. We stelden samen met de gemeente een helder uitvoeringsprogramma op. Daarmee is in één oogopslag duidelijk welke stappen de gemeente moet nemen om de mogelijkheden van de demografische veranderingen te benutten. Zo is Rijssen-Holten goed voorbereid op haar toekomst.

Demografische Effectrapportage Rijssen-Holten | nieuws SAB

Drie scenario’s
Aan de basis van de Demografische Effectrapportage ligt een uitgebreide analyse van de demografische veranderingen. Groeit Rijssen-Holten of is er op langere termijn sprake van stabilisatie of zelfs bevolkingskrimp? Samen met de gemeente hebben we de verschillende beschikbare prognoses teruggebracht tot drie scenario’s: een positief scenario, een neutraal scenario en een negatief scenario. Zo ontstaat inzicht in de bandbreedte van bijvoorbeeld de woningbouwbehoefte of de behoefte aan zorgappartementen. In de komende jaren wordt de bevolkingsontwikkeling telkens gemonitord, zodat het uitvoeringsprogramma waar nodig bijgesteld kan worden.

Effecten op beleidsvelden
Demografische ontwikkelingen hebben soms verregaande gevolgen voor diverse beleidsvelden. Daarom brachten we een breed spectrum aan te verwachten veranderingen met bijbehorende consequenties in beeld. Wat is de verwachte bevolkingsontwikkeling en welke invloed heeft dit op het woningbouwprogramma? In hoeverre en wanneer treedt vergrijzing en ontgroening in? Wat betekent dit voor de zorg, onderwijs, overige voorzieningen en werkgelegenheid in de gemeente? Is de ambitie van Rijssen als (regionale) verzorgingskern ook op langere termijn gegrond? Wij gaven aan waar de kansen liggen en hoe de gemeente haar beleid nu al kan aanpassen om daar goed op in te spelen.

Demografische Effectrapportage Rijssen-Holten |nieuws SAB

Categorie: Nieuws Tags: afbeelding

  • « Vorige
  • 1
  • …
  • 13
  • 14
  • 15
  • 16
  • 17
  • 18
  • Volgende »

Correspondentie SAB

T 020 – 520 64 00 (Amsterdam)
T 026 – 357 69 11 (Arnhem)
E info@sab.nl

Bezoekadres Amsterdam

gevestigd in het INIT
unit 331b
Jacob Bontiusplaats 9
1018 LL Amsterdam

Bezoekadres Arnhem

Frombergdwarsstraat 54
6814 DZ Arnhem

© 2025 · SAB · Powered by Imagely

Deze website maakt gebruik van Cookies

De website van SAB maakt gebruik van functionele en analytische cookies om uw ervaring op onze website te verbeteren. Wanneer u op accepteer alles klikt, geeft u toestemming om al onze cookies te plaatsen.

Privacyverklaring | Sluiten
Instellingen