Sinds 1 oktober 2016 ben ik als planoloog werkzaam bij SAB. Al van kinds af aan ben ik bezig met ‘buiten’. Daarom ben ik super blij en trots daar iedere dag bij SAB weer aan verder te mogen bouwen.
Buiten
De fascinatie voor het ‘buiten’ is al vroeg ontstaan. Vanuit mijn jeugd op het vollegrondsgroentebedrijf van mijn ouders in het Brabantse Ossendrecht ben ik al jong en veelvuldig in aanraking gekomen met de omgeving om ons heen. Dat was natuurlijk vooral letterlijk met mijn handen in de grond wroeten, maar ook figuurlijk zag ik mijn ouders bij tijd en wijle in aanraking komen met de wereld van de ruimtelijke ordening door bijvoorbeeld uitgenodigd te worden voor informatieavonden van gemeente, waterschap of provincie. Daarnaast was ik zelf tijdens autoritjes alle plaatsnaambordjes aan het doornemen en zat ik in atlassen volledig verbaasd naar kaarten te staren, mezelf afvragend hoe het toch mogelijk was dat de Sovjet-Unie nu opeens Rusland kon zijn geworden en er veel kleiner uitzag. De lessen aardrijkskunde van mijn favo docent meneer Snellen hebben mijn enthousiasme voor het vak verder doen aanwakkeren en doen bewegen om uiteindelijk planoloog te worden.
Observeren en scannen
Rode draad in dit verhaal is dat ik altijd de omgeving observeer, scan, analyseer en daar vervolgens het mijne van vind. Dat was vroeger al zo werkend op het land van mijn ouders of al fietsend over de Brabantse Wal richting school, maar eigenlijk hanteer ik deze werkwijze nog steeds bij iedere vraag die ik bij SAB oppak. Ieder stukje grond heeft haar eigen kenmerken en karakteristieken die ik al fietsend of hardlopend graag van een afstandje bekijk. Hoe is het ingericht en hoe wordt het gebruikt? Kan dit eigenlijk niet beter of mooier worden gemaakt? Sluit dit aan bij de omgeving en haar gebruikers? Is hier niet een ontzettend eentonige en saaie situatie? Of ontstaat hier een verfrissende, nieuwe situatie? Zouden mensen nu blij zijn met deze ontwikkeling? Ik zie het als planoloog als mijn taak om het ‘leefomgevingsspel’, zoals ik ons werk vaak zie, met al haar belangen en kwaliteiten zo goed mogelijk te doorgronden, te vertegenwoordigen en daar waar nodig te beschermen.
Leefomgevingsspel
Iedere dag weer speel ik bij SAB met veel plezier dit leefomgevingsspel. Binnen dit spel speel ik het liefst met de ‘pion’ die zich inzet voor de omgevingsgebruiker. Er is toch niets mooiers dan een bijdrage te leveren aan een ruimtelijke ontwikkeling waarvan straks wordt gezegd: ‘hier kom, woon en/of werk ik graag!’? Daarom werk ik het liefste aan verkenningen, studies en visies (of geef het beestje een naam) waarbinnen vanuit een gedegen observatie en analyse van de plek en de omgeving gekeken wordt hoe de locatie het best tot haar recht kan komen en ook aansluit bij de behoeften van omgevingsgebruikers.
In lijn met deze gedachte werk ik dan ook altijd met veel plezier aan diverse behoefteonderzoeken, zoals Ladderonderbouwingen, waarin ik zo veel mogelijk wil beoordelen en motiveren of de ontwikkeling straks tegemoetkomt aan die omgevingsgebruikers. De aantallen (kwantitatief) zijn mooi, maar waarom worden mensen straks blij (kwalitatief) van deze ontwikkeling? Mooi om te ervaren is dat dit steeds meer draagvlak krijgt bij gemeenten én ontwikkelaars. Ik zie dat terug in de opdrachten waarin ik (vastgoed)eigenaren, gebruikers en andere betrokkenen een centrale rol mag geven in mijn opdrachten door ze te vragen naar hoe zij hun omgeving ervaren en hoe ze deze het liefste zouden willen ervaren. De resultaten hiervan zijn niet alleen interessant en zorgen voor meer draagvlak in de planontwikkeling, maar leiden ook tot ontwikkelingen die aansluiten bij de omgevingsgebruiker. Kortom, een mooie ontwikkeling binnen het leefomgevingsspel!
Andere interessante nieuwe onderwerpen die oprijzen binnen het leefomgevingsspel, en waar ik me bij SAB op aan het richten ben, is hoe we de omgevingsgebruiker kunnen voorzien van een gezonde leefomgeving waarbinnen men zich prettig voelt, gestimuleerd wordt tot bewegen en het maken van andere, gezonde keuzes. Zo breng ik de pion van de omgevingsgebruiker weer een stapje verder richting de finish.